1. Extremadura en de vogels
  2. Monfragüe Nationaal Park

Monfragüe Nationaal Park

 

Monfragüe Nationaal Park

Ligging en bereikbaarheid

Monfragüe ligt ongeveer in het midden van de provincie Cáceres, waar de rivieren de Taag en de Tiétar samenkomen. Het is het enige Nationale Park van Extremadura, en heeft een oppervlakte van 18.118 ha. beschermd gebied. Het Park en de directe omgeving, in totaal 116.151 ha. zijn als Vogelrichtlijngebied (ZEPA) beschermd in het kader van het Natura2000 netwerk. De kern van het park wordt gevormd door verschillende aaneengesloten en parallel lopende kleine bergruggen (“sierras”), die onderling verbonden worden door de Tajo-rivier. De Tiétar en andere kleinere beken, slijten diepe kloven uit, alvorens in de Tajo uit te monden, waardoor een spectaculair samenspel ontstaat van rotskliffen waar zich een veelheid aan vogels bevindt. Het water van genoemde rivieren wordt tegenwoordig opgestuwd door de stuwdammen van Alcántara, Torrejón-Tajo en Torrejón-Tiétar. Ondanks dat het gebied niet erg hoog ligt, hebben het grillige reliëf en de rivieren ervoor gezorgd dat de mediterrane bossen en struwelen , die een heel hoge natuurwaarde hebben, goed behouden zijn gebleven. Maar wat dit gebied werkelijk meerwaarde geeft is de enorme oppervlakte aan “dehesas” (boomweides) die zich uitstrekken van noord naar zuid door het Nationale Park, en die een ware voorraadkast vormen voor de meest waardevolle vogels van Monfragüe om uit te eten.

De toegang tot Monfragüe is eenvoudig te vinden en staat overal goed aangegeven. Binnen in het park ligt slecht één woonkern, Villarreal de San Carlos, het gehucht dat toebehoort aan de gemeente Serradilla, en dat volledig in het teken staat van het Park. Hier bevinden zich de verschillende bezoekerscentrums . Het park is via de weg op drie verschillende manieren bereikbaar: Vanuit het noorden, over de EX-208, op zo´n 20 km. van Plasencia en op 15 km. van de snelweg EX-A1. Vanuit het zuiden, via de eerdergenoemde EX-208 vanaf Trujillo, op zo´n 50 km. nadat we door Torrejón el Rubio zijn gekomen. Tot slot, vanuit het noordoosten, over een kleine weg vanaf de snelweg EX-A1, waar we de afslag nemen ter hoogte van de Tiétar-rivier. De EX-390 verbindt de stad Cáceres met Torrejón el Rubio en de EX-385 verbindt de EX-208 met de snelweg A-5, die langs Jaraicejo loopt.

 

Beschrijving van de route

Het grootste gedeelte van het Park is niet toegankelijk voor bezoekers, waardoor het gedeelte dat wel open is, relatief klein is. We vinden in dit stuk park echter het beste van wat Monfragüe op vogelgebied te bieden heeft. Er zijn zelfs plekken die wereldwijd bekend zijn onder ornithologen, vanwege het feit dat men hier eenvoudig en onder spectaculaire omstandigheden enkele emblematische vogels kan observeren. Vanwege de beperkingen, is de beste manier om optimaal van een ornithologisch bezoek aan Monfragüe te genieten, een tocht langs de belangrijkste observatiepunten, allen langs de weg gelegen, duidelijk aangegeven en met parkeergelegenheid. Bij meerdaagse bezoeken kunnen we de tocht herhalen, ofwel één van de aangegeven wandelroutes afleggen die in en om het park lopen. Welke vogelsoorten we op de verschillende plekken kunnen zien, wisselt licht van jaar tot jaar, omdat, zoals bij ieder biologisch proces, er een zekere dynamiek plaatsheeft.

De belangrijkste uitkijkposten van het Park zijn, van zuid naar noord:

Salto del Gitano-Peña Falcón. In de entree vanuit Trujillo. Een indrukwekkende rotsklip, zonder twijfel het meest gefotografeerde punt van het Monfragüe. De vogelgemeenschap die hier huist is al even indrukwekkend, met de grootste populatie vale gieren van het park (meer dan 100 paren bij elkaar opgeteld en soms wel meer dan 400 exemplaren), de zwarte ooievaar (2-5 paren in de laatste jaren), spaanse keizerarend, havikarend, slechtvalk, aasgieren de oehoe. Ook de steenarend is te zien. Onder de kleine vogels, ontdekken we als we goed kijken de kaffergierzwaluw en de zwarte tapuit.

La Serrana. EBij de toegang komend vanaf Plasencia. Hier huizen de vale gier, de aasgier, en soms de havikarend en de kaffergierzwaluw.

La Tajadilla. In de buurt van de stuwdammen van Torrejón en voorzien van een uitzichtpunt, picknicktafels en een grote parkeerplaats. Het is een kleine rotswand die een goede gelegenheid biedt om vale gieren en aasgieren te observeren, evenals havikarenden. Recent zijn er ook zwarte ooievaars en kaffergierzwaluwen naar toe gekomen, maar hun aanwezigheid zou slechts tijdelijk kunnen zijn.

La Báscula. Een prima plek om de monniksgier te zien en, met enig geluk, ook de spaanse keizerarend.

La Higuerilla. Biedt een panoramisch zicht op de rivier de Tiétar, waar we de zwarte ooievaar en de aasgier kunnen zien. Aan de overkant nestelt de monniksgier.

Portilla del Tiétar. De noordoostelijke uitgang van het park. Hoewel kleiner dan Peña Falcón, is de de andere “hotspot” van Monfragüe. Een uitzonderlijke plek om de vale gier, de spaanse keizerarend, de oehoe (beste plek van het park) en de aasgier te zien en te horen. Daarnaast raden we aan de weg te volgen tot La Bazagona en de snelweg EX-A1. Rijdt langzaam en voorzichtig over dit stuk, dat eerst door een oud bos met kurkeiken loopt waar de kleine bonte specht nestelt, en misschien zelfs de Iberische tjiftjaf. Daarna volgt een gebied met boomweides, zeer geliefd bij herten gedurende de het burlen, en met een kolonie (witte) ooievaars enblauwe reigers in het westen, bij de rivier de Tiétar. Het einde van de weides en geïrrigeerde akkers is met name interessant vanwege de recente aanwezigheid van luidruchtige kraanvogel en de keep in sommige jaren.

Het bezoek aan de drie eerdergenoemde uitkijkpunten kan aangevuld worden met drie wandelroutes: 

Rode route. Tussen Villarreal de San Carlos en het kasteeltje van Monfragüe. We hebben hier verschillende mogelijkheden, met routes tussen de 10 en 16 km. (van 3 uur en 30 minuten tot 6 uur). Dit pad loopt door afwisselende zones, met olijfbomen, zonneroosjes-struweel, steeneikenbomen, en speciaal, een dichtbegroeid bos van aardbeibomen en eiken op de schaduwrijke noordhelling onder het kasteel. Een bezoek aan het Kasteel van Monfragüe is verplicht. We kunnen het ook bereiken vanaf de zuidkant, via een geasfalteerde weg, tussen eikenbomen en wilde olijfbomen. Vanaf het kasteel hebben we een schitterend panoramisch uitzicht, opgeluisterd door de vlucht van gieren, en de mogelijke aanwezigheid van de kaffergierzwaluw en alpenkraai.

Gele route. Tussen Villarreal en La Tajadilla, een km. of 8, zo´n 3 uur, heen en terug. Doorkruist boomweides en een maquis-achtige vegetatie met vooral struiken van Cistus (zonneroosje).

Groene route. Van Villarreal naar de Gimio-heuvel, zo´n 7 km, ofwel 2,5u. heen en terug. Deze route 

 

Ornithologische waarde

Monfragüe is waarschijnlijk de beste plek van Extremadura om vogels te kijken, vooral voor roofvogels. De volgende cijfers onderstrepen de variëteit en de hoeveelheid vogels: De monniksgier is waarschijnlijk de meest karakteristieke, met maximaal 339 getelde paren en schattingen die boven de 400 paren uitkomen. Er zijn 12 paren van de spaanse keizerarend, waarvan sommige recent genesteld hebben in de buurt van de beste uitkijkpunten. Van de aasgier zijn er meer dan 30 paren, net zoals de zwarte ooievaar. De meest zichtbare roofvogel is zonder twijfel de vale gier, met zeker 635 paren en schattingen die over de 800 gaan. Minder aanwezig zijn de steenarend (6-7 paren), de havikarend (6-7 paren) en de slechtvalk (3-4 paren). Van andere roofvogels zijn geen exacte cijfers beschikbaar, maar er leven enkele tientallen paren van soorten als oehoe, rode wouw, buizerd, dwergarend en slangenarend in Monfragüe, vooral in de ”dehesas” in de omgeving. Veel talrijker is de zwarte wouw, met 150-200 paren; veel meer dan de meer zeldzame havik, sperwer, en de grijze wouw. Naast de roofvogels, zijn ook vogels die zich ophouden in bergachtig gebied interessant, zoals de kaffergierzwaluw, alpenkraai zwarte tapuit, blauwe rotslijster, rotsmus, roodstuitzwaluw en de zwarte roodstaart. De bosvogels zijn hier minder bijzonder, omdat de meerderheid in heel Extremadura voorkomt, maar wel speciaal zijn de Orpheusgrasmus, de kleine bonte specht, de Iberische tjiftjaf, de appelvink en de goudvink. Belangrijker zijn de vogels van open veld, eenvoudig te zien in ontboste gedeeltes van het park waar eucalyptusbomen weggehaald zijn. We hebben het dan over de blonde tapuit, theklaleeuwerik, bril-, baard- en Provencaalse grasmus en de kleine zwartkop.

 

Seizoenskenmerken

De tijd van het jaar dat we de grootste variëteit aan vogels kunnen zien, is de lente, van maart tot mei. Dit is echter ook de tijd van het jaar dat de meeste bezoekers naar het park komen, speciaal in de weekenden en rond feestdagen, zoals Pasen en 1 mei. Hoe dan ook, we kunnen hier het hele jaar door bijzondere en karakteristieke soorten observeren, hoewel het in de maanden juli en augustus is aan te raden om vooral de eerste en de laatste uren van de dag te benutten, omdat het midden op de dag vaak erg warm is. In de herfst en in de winter is vooral de aanwezigheid van de wintergasten bijzonder. Tot slot, doet zich tussen september en oktober het spectaculaire burlen van de enorme hoeveelheid edelherten voor.

 

Overig natuurlijk en cultureel aanbod

Naast vogels, kunnen we in Monfragüe nog een groot aantal dieren zien, zoals edelherten, enkele tamme vossen die vaak bij de uitkijkpunten komen, schuwewilde zwijnen en, vooral in de winter, otters. Van de lynx daarentegen, bestaan in het recente verleden geen betrouwbare observaties. Andere aantrekkelijke onderdelen van een bezoek aan Monfragüe zijn de landschappen, op sommige plekken werkelijk adembenemend, en de geologische rotsformaties, met borden met uitleg op de meest interessante punten. Zo zijn er ook twee notabele bomen, de netelboom van Lugar Nuevo (bij Villarreal de San Carlos in de moestuin van Ojaranzo, met een rondwandeling en een kleine picknickplaats) en de kurkeik el Abuelo de Toril (“de opa”) (naast de weg van Portilla del Tiétar naar La Bazagona). Binnen in het park zijn de bijzondere artistieke elementen het kasteel van Monfragüe, de Cardenal-brug (soms bijna niet zichtbaar onder het hoge water van de Tajo) en de prehistorische grotschilderingen, waarvoor bezoeken met gids mogelijk zijn. Wat betreft de dorpen direct buiten het park, zijn vooral de monumenten en de pre-Romeinse dorpen Torrejón el Rubio, het klooster van Santo Cristo, het etnografisch museum van Serradilla, de parochiekerken van Serrejón en Malpartida de Plasencia, het kasteel van Mirabel en de traditionele architectuur van onder andere Casas de Miravete. Iets verder weg liggen de monumentale complexen van Plasencia en Trujillo.

Wat de gastronomie betreft, noemen we hier de kazen, de honing, typische “migas” uit Extremadura, en jachtschotels. Feestdagen: Las Candelas in Torrejón el Rubio en Cristo de la Victoria in Serredilla. Ambachtelijke producten: houtwerk, textiel (kant en klederdracht) vinden we in sommige dorpen in de buurt.