1. Extremadura en de vogels
  2. Vogelsoorten

RESULTADOS búsqueda: 6

Vogelsoorten

Aalscholver

Aalscholver

Nombre Científico: Phalacrocorax Carbo

Descripción:  Groter dan een eend. De volwassen vogels hebben een overwegend zwart verenkleed met groene en paarse glans. Aanwezig in stuwmeren en andere grote waterpartijen. Vermijdt snelstromend water. Hij voedt zich met vissen. Hij kan tijdens het vissen lange tijd onder water blijven. Hij heeft geen uropigiale klier waarmee andere vogels hun veren waterafstotend maken. Vandaar dat de aalscholver regelmatig met uitgespreide vleugels en zittend op een tak of een rots aan de oever gezien wordt om zijn verenpak te drogen.

Aasgier

Aasgier

Nombre Científico: Neophron percnopterus V

Descripción:  Het is de kleinste gier. Zijn verenkleed is onmiskenbaar, overwegend wit met okerkleurige vlekken en zwarte handpennen. Zijn gezicht is kaal en fel geel, de kleur van zijn huid. Broedt op richels van rotswanden maar kan grote afstanden afleggen op zoek naar aas. Het is één van de weinige vogels die hulpmiddelen gebruikt om aan zijn kostje te komen (hij kan namelijk de grote eieren van de struisvogel kapot maken met behulp van stenen). Hij is alleen in het voorjaar en de zomer in Extremadura aanwezig.

Alpengierzwaluw

Alpengierzwaluw

Nombre Científico: Apus melva V

Descripción:  Groter dan de gierzwaluw en met een grote witte vlek op de buik. Broedt meestal in kleine kolonies dichtbij water, bijvoorbeeld in kieren en spleten in bruggen of natuurlijke rotspartijen bij stuwmeren of rivieren. Deze soort keert rond eind maart terug uit Afrika om in Extremadura te broeden en vertrekt rond eind oktober.

Alpenheggenmus

Alpenheggenmus

Nombre Científico: Prunella collaris IE

Descripción:  Bruin met zwarte strepen op de rug, grijze kop en roodbruin gestreept op de flanken. Leeft op grotere hoogte dan de heggenmus. Broedt in Extremadura daarom alleen onder de toppen van de Sierra de Gredos, in struikgewas. In de winter is hij te vinden op de rotsige kammen van lagere bergruggen. Hij heeft hetzelfde dieet als de heggenmus, maar is duidelijk minder schuw.

Appelvink

Appelvink

Nombre Científico: Coccothraustes coccothraustes IE

Descripción:  Bijna dubbel zo groot als een putter, met een zeer sterke snavel. Zijn rug is donkerbruin, vleugels en staart zijn blauwzwart met witte vlekken, en de borst en buik zijn okerkleurig. Bewoont gebieden met voldoende bomen en ondergroei, waar hij zich tegoed doet aan allerlei zaden en fruit met harde schil. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Bijeneter

Bijeneter

Nombre Científico: Merops apiaster IE

Descripción:  Iets kleiner dan een tortelduif. Zijn verenkleed is het meest kleurrijke van alle Iberische vogels. Alleen de kleur rood ontbreekt, maar de natuur heeft dat willen compenseren door de iris van hun ogen rood te kleuren. Hij voedt zich met vliegende insecten, die hij met een acrobatische vlucht weet te vangen. De bijeneter nestelt in kolonieverband, in nestpijpen die hij met de snavel graaft in wanden en taluds, vaak dichtbij rivieren. Verschijnt in het voorjaar om te broeden en vertrekt weer rond eind augustus- begin september.

Blauwborst

Blauwborst

Nombre Científico: Luscinia svecica V

Descripción:  Kleine insectenetende vogel, met bruine vleugels, staart en rug, en met een opvallende blauwe borstvlek met rossige rand. De blauwborst broedt op de hellingen onder de hoogste bergtoppen van Extremadura, altijd boven de 1.800 m. boven zeeniveau. In de winter is hij in de moerassige gebieden van de Vegas de Guadiana en van het Arrocampo-stuwmeer te vinden. Het leeft op een dieet van insecten alhoewel hij in de winter ook zaden en andere plantaardige materialen kan innemen.

Blauwe

Blauwe Ekster

Nombre Científico: Cyanopica cyana IE

Descripción:  Ter grootte van een merel maar met een heel lange staart. Zijn verenkleed is mooi, met blauwe vleugels en staart, roze lijf en zwarte kop. Bewoner van 'dehesas' (boomweiden), fruit- en olijfboomgaarden, rivieren en dennenbossen. Kan soms in een bijzonder samenwerkingsverband broeden, waarbij ooms, tantes, oudere broers en zussen helpen om een nieuwe generatie groot te brengen. Tijdens het broedseizoen zijn ze voornamelijk insecteneters, maar aan het eind van de zomer en in de herfst eten ze fruit. Het gehele jaar aanwezig.

Blauwe

Blauwe Kiekendief

Nombre Científico: Circus cyaneus SAH

Descripción:  Iets kleiner dan de bruine kiekendief. Het mannetje is licht grijs en het wijfje donker bruin met een okerkleurig gevlekte buik. Hij komt voor in boomloze, open gebieden. Er zijn in Extremadura enkele broedgevallen bekend: in de Llanos de Cáceres, La Serena en de Campiña Sur. Echter, gedurende de winter is hij wijd verspreid Hij eet kleine vogels, knaagdieren en insecten die op de grond worden gevangen.

Blauwe

Blauwe Reiger

Nombre Científico: Ardea cinerea IE

Descripción:  Iets minder fors dan de ooievaar, met grijs verenkleed. Vliegt, in tegenstelling tot de kraanvogel, met ingetrokken hals. Hij heeft lange poten en tenen waarmee hij goed kan waden. Hij vist, solitair, langs ondiepe oevers van rivieren en poelen naar middelgrote vissen. Kan zowel in kolonieverband met andere reigersoorten en ooievaars nestelen dan wel solitair.

Blauwe

Blauwe Rotslijster

Nombre Científico: Monticola solitarius IE

Descripción:  Ter grootte van een lijster, met een indrukwekkend, kobaltblauw verenpak dat vooral goed tot zijn recht komt met direct zonlicht. Zijn biotoop bestaat uit rotspartijen, en'wanden, maar ook bij dorpen en steden, op oude stadsmuren, kastelen, etc. Hij voedt zich met kleine dieren zoals hagedisjes, sprinkhanen en wormen. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Blonde

Blonde Tapuit

Nombre Científico: Oenante hispanica IE

Descripción:  Formaat van een mus, met sierlijke houding en opvallend verenkleed. De blonde tapuit heeft zwarte vleugels, masker en vlek in de vorm van een omgedraaide 'T' op de staart. De rug is okerkleurig en verder is hij wit op de onderzijde. Hij broedt op open terreinen door heel Extremadura. Zijn voedsel bestaat uit kleine insecten, spinnen en wormen die hij op de grond vangt.

Boerenzwaluw

Boerenzwaluw

Nombre Científico: Hirundo rustica IE

Descripción:  Algemene vogel in het landelijke gebied. Zijn rug, vleugels en staart zijn donker met blauwe glans. Zijn bef is rood en de onderdelen zijn licht crèmekleurig. Zijn staart is diep gevorkt met sterk verlengde buitenste staartpennen, vooral bij de mannetjes, hetgeen het mogelijk maakt om de sekse te onderscheiden. De boerenzwaluw broedt in verlaten of rustig gelegen gebouwen op het platteland, zoals stallen, boerderijen, schuren.... Hij voedt zich uitsluitend met vliegende insecten die hij vaak laag boven de grond vangt. Hij is een trekvogel die begin februari aankomt en in september weer vertrekt.

Bonte

Bonte Strandloper

Nombre Científico: Calidris alpina IE

Descripción:  Kleine vogel met dunne poten en lange snavel. Rent gewoonlijk langs slikranden van poelen en stuwmeren op zoek naar de ongewervelden die op zijn menu staan. Hij vliegt, vaak gezamenlijk met andere steltlopers en met snelle, rechte vlucht, van de ene oever naar de andere. In Extremadura alleen tijdens de wintermaanden aanwezig.

Bonte

Bonte Vliegenvanger

Nombre Científico: Ficedula hypoleuca IE

Descripción:  Heeft een bol uiterlijk, fijne snavel en maakt vaak schokkende bewegingen met de staart. Het mannetje in prachtkleed heeft een zwarte kop, vleugels, staart en rug, en een witte borst, buik, voorhoofd en vleugelvlek. Buiten het broedseizoen verkleuren de zwarte veren naar bruin, waardoor het mannetje meer op het vrouwtje lijkt. De bonte vliegenvanger broedt in Extremadura alleen in bossen op meer dan 1000 m. hoogte boven zeeniveau. Dat betekent dat hij hier alleen in de Sierra de Gredos voorkomt als broedvogel. In de trektijd echter wordt hij verspreid over de hele regio waargenomen. Zijn prooidieren, voornamelijk insecten, worden op de grond of vlak erboven en vanaf een uitkijkpost (paaltjes of lage, vrije takken) gevangen.

Boomklever

Boomklever

Nombre Científico: Sitta europaea IE

Descripción:  Slechts iets groter dan een mus. De staart is kort, zijn snavel cilindrisch en sterk, de bovendelen blauw en de buik is oranje. Klimt en daalt behendig langs de boomstammen, zowel met zijn kop naar boven als naar beneden, op zoek naar voedsel, voornamelijk ongewervelden. Pleegt de te grote ingangen van spechtennesten te verkleinen met behulp van modder. De boomklever maakt de nestingang zodoende precies op zijn maat, hetgeen dient als verdediging van het nest. Hij is het gehele jaar in oude boomopstanden aanwezig.

Boomkruiper

Boomkruiper

Nombre Científico: Certhia brachydactyla IE

Descripción:  Heel klein, met een fijne, lange snavel. Hij klimt gewoonlijk sprongsgewijs en in spiralen langs de boomstammen omhoog. Valt niet op dankzij zijn bruine verenkleed met lichte stippen (gelijkend op een boomstam) op de bovendelen en vleugels. Hij vangt met behulp van zijn bijzondere snavel kleine insecten, maden en mijten die verstopt zitten onder de bast. Hij komt het hele jaar en verspreid over alle beboste gebieden van Extremadura voor.

Boomleeuwerik

Boomleeuwerik

Nombre Científico: Lulula arborea IE

Descripción:  Ter grootte van een mus. Het verenkleed is vaal bruin op de rug en vuilwit op de buik. Hij is meer aan bos gebonden dan de voorgaande leeuweriken. De boomleeuwerik heeft een voorkeur voor 'dehesas' (boomweiden) met steeneiken en eikenbossen, zowel als open plekken in het bos. Zijn zang is onmiskenbaar, heel melodieus en bijna vaak hoorbaar in het voorjaar. Nestelt op de grond en voedt zich met kleine insecten en plantaardige materialen. Hij is het hele jaar aanwezig in Extremadura.

Boomvalk

Boomvalk

Nombre Científico: Falco subbuteo SAH

Descripción:  Ter grootte van een torenvalk, maar met langere staart en vleugels. Zijn mantel, kop en staart zijn leigrijs, de borst wit met donkere stippen en de 'broek' is karmijnrood. Daarnaast heeft hij een opvallende, zwarte baardstreep. Hij heeft een snelle, acrobatische vlucht waarmee hij zelfs snelle vogels als gierzwaluwen en boerenzwaluwen kan vangen. Maar hij eet ook veel libellen en soms vleermuizen. In Extremadura is het een zomergast en broedvogel. Hij arriveert hier eind april vanuit het Afrikaanse winterkwartier.

Bosuil

Bosuil

Nombre Científico: Strix aluco IE

Descripción:  Middelgrote uil met bruin of grijs verenkleed en met okerkleurige en lichte vlekken. Dankzij de schutkleur vallen ze niet op tussen de boomstammen. Komt voor in bossen, boomrijke rivierbeddingen en stedelijke parken. Hij eet voornamelijk muizen, maar kan ook kleine vogels of insecten vangen. De bosuil is een standvogel. Tijdens de avondschemering in de lente is zijn typische roep heel gemakkelijk en van grote afstand te horen.

Bruine

Bruine Kiekendief

Nombre Científico: Circus aeroginosus SAH

Descripción:  Evenals andere kiekendieven beschikt deze soort over lange vleugels, staart en poten. Het is een gebruikelijke verschijning in wetlands, en in rijst- en graanvelden in de nabijheid van moerasvegetatie. Hij broedt op de grond. Aangezien het de grootste van de kiekendieven is, durft hij ook grotere prooien aan, zoals waterhoen, eenden, woelrat en zelfs vissen. De soort is het hele jaar in Extremadura aanwezig en zijn populatie in regio neemt toe.

Buidelmees

Buidelmees

Nombre Científico: Remiz pendulinus IE

Descripción:  Formaat vergelijkbaar als die van een putter. Grijs op de kop met een duidelijk zwart masker, bruinrode bovendelen en licht roze-oranje buik. De buidelmees is een gebruikelijke verschijning bij rivieren met voldoende moerasvegetatie in de Vegas Altas del Guadiana en bij het stuwmeer van Arrocampo. Hij zoekt zijn voedsel tussen de lisdodde, waarbij hij soms zelfs ondersteboven hangt. Het gehele jaar aanwezig.

Buizerd

Buizerd

Nombre Científico: Buteo buteo IE

Descripción:  Middelgrote roofvogel met een variabel verenkleed. Meestal is hij overwegend donker bruin met, op de borst, een lichte vlek in de vorm van een halve maan. Het nest wordt in middelgrote bomen gebouwd, in 'dehesas' (boomweiden), rivierbossen en akkerbouwgebieden. Hij zit vaak op telefoonpalen langs wegen, waar vandaan hij op muizen en woelmuizen jaagt. Hij is het hele jaar in Extremadura aanwezig et trekt niet weg.

Cetti's

Cetti's Zanger

Nombre Científico: Cettia cetti IE

Descripción:  Kleine, onrustige en beweeglijke vogel. De rug, vleugels en staart zijn kastanje roodbruin van kleur, en de borst en buik zijn grijsachtig. hij is altijd dichtbij water te vinden, in rivierbossen, braamstruiken, hagen en rietvegetaties langs kanalen en beken. Hij laat zich niet makkelijk zien, maar verraadt zijn aanwezigheid door zijn explosieve zang. Hij voedt zich met insecten alhoewel hij in de herfst ook wel bessen en bramen eet. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Cirlgors

Cirlgors

Nombre Científico: Emberiza cirlus IE

Descripción:  Iets groter dan een mus. Het mannetje is kastanjebruin met zwarte vlekken op de rug, geel op de buik, en geel met zwarte strepen op de kop. Het vrouwtje heeft hetzelfde patroon maar met minder felle kleuren. Komt in vochtige bossen voor, waar hij zich voornamelijk met zaden voedt. Gedurende het broedseizoen worden de jongen gevoerd met insecten. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Dodaars

Dodaars

Nombre Científico: Tachybaptus ruficollis IE

Descripción:  Kleine watervogel die meerdere minuten onder water kan blijven om aquatische ongewervelden, zijn voedsel, te vangen. Heeft een onopvallend winterkleed en een mooier broedkleed. Broedt in meren en poelen met stilstaand water mits er voldoende drijvende planten aanwezig zijn. In de winter is de dodaars veel in stuwmeren te vinden.

Draaihals

Draaihals

Nombre Científico: Jynx torquilla IE

Descripción:  Ter grootte van een lijster. Het verenkleed is grijs bruin en zwart gespikkeld en camoufleert goed tussen takken. De naam duidt op de wijze van verdediging. Bij gevaar beweegt de draaihals zijn kop heen en weer, waarbij ze sissen als een slang, waarop de vijanden op de vlucht slaan. Hij komt in rivierbossen, 'dehesas' (boomweiden) en andere bosschages voor, maar is zeer moeilijk op te sporen. Zijn dieet bestaat uitsluitend uit insecten. Hij is het hele jaar aanwezig.

Dwergarend

Dwergarend

Nombre Científico: Hieraaetus pennatus IE

Descripción:  Kleine, doch robuuste arend met potente klauwen. Zijn bovendelen zijn okerkleurig met min of meer donkere tinten. De handpennen zijn heel donker. De onderdelen zijn licht met een zacht vlekkenpatroon. Er bestaan twee vormen: licht en donker, waarvan de eerste meer voorkomt. Alhoewel hij in Afrika overwintert, blijven er steeds meer exemplaren het hele jaar in Extremadura. Broedt in bomen in dichte bossen, of in hoge dennen die boven de steeneiken uitsteken. hij jaagt op kleine vogels, knaagdieren en reptielen. Bijzonder zijn de bevederde tarsus (als bij de grote arenden), als zijnde de pijpen van een broek.

Dwergooruil

Dwergooruil

Nombre Científico: Otus scops IE

Descripción:  De dwergooruil is de kleinste uil van het Iberisch Schiereiland. Hij is zelfs kleiner dan een tortelduif. Het grijsbruine en zwart gevlekte verenkleed, maken hem bijna onzichtbaar tussen de stammen van het bos waarin hij leeft. Het is een echte bosvogel, maar kan ook in flinke stadsparken worden waargenomen. Hij voedt zich bijna uitsluitend met insecten zoals sprinkhanen, veenmollen, nachtvlinders en libellen. Verschijnt in het voorjaar om te broeden, en verlaat Extremadura rond medio september.

Dwergstern

Dwergstern

Nombre Científico: Sterna albifrons SAH

Descripción:  Met zijn kleine lichaam, zeer lange vleugels en gevorkte staart beschikt de dwergstern over opmerkelijke kwaliteiten om vanuit de lucht te vissen. Vliegt over grote watermassa's en duikt van enkele meters hoogte in het water om jonge visjes te pakken. Kenmerkend is zijn gewoonte om op de grindbodem van eilanden in meren en stuwmeren, zoals die van Alange en Canchales, te nestelen. Hier vormt deze soort, meestal midden in de zomer, kleine kolonies.

Ekster

Ekster

Nombre Científico: Pica pica

Descripción:  Groter van formaat dan de blauwe ekster, met een lange staart en korte ronde vleugels. Zijn verenkleed lijkt op het eerste gezicht zwart en wit maar van dichtbij is op de zwarte vlakken een mooie, groene en paarse glans waar te nemen. Zijn uitgebreide dieet varieert van kleine muizen, hagedissen en aas tot fruit en eieren van andere vogels. Algemene verschijning in 'dehesas' (boomweiden) rivierbegeleidende bossen, parken en boomgroepen langs autowegen. Het gehele jaar aanwezig.

Fitis

Fitis

Nombre Científico: Phylloscopus trochilus IE

Descripción:  Zeer klein, bijna half zo groot als een mus. Geelgroen op de bovendelen en lichter van kleur op de onderdelen. Bezoekt vaak tuinen, rivieren, wegbermen met hagen, 'dehesas' (boomweiden)... Hij eet uitsluitend kleine ongewervelden, waardoor hij de mens helpt om plagen in de fruitteelt en de siertuinen te bestrijden. De fitis broedt niet in Extremadura. Hij is hier slechts tijdens de trekperiodes te zien.

Fuut

Fuut

Nombre Científico: Podiceps critatus IE

Descripción:  Watervogel die onder water kan zwemmen ter grootte van een eend. Zwemt diep gelegen op het wateroppervlak, waarbij alleen de rug, hals en kop te zien zijn. Beschikt over een karakteristieke kuif en lange, kastanjekleurige veren met donkere punten aan beide kanten van de kop. Evenals de dodaars bouwt de fuut een drijvend nest. De oudervogels zwemmen regelmatig met de pullen op de rug. Het voedsel bestaat uit kleine amfibieën en jonge visjes. Hij is in heel Extremadura en gedurende het hele jaar aanwezig, maar is talrijker in de winter.

Gaai

Gaai

Nombre Científico: Garrulus glandarius IE

Descripción:  Ter grootte van een houtduif, met een kastanjekleurig verenpak en met mooie, blauwe veren in de vleugels, en een lange, zwarte staart. Sterk gebonden aan bossen. De paartjes, die het hele leven samen blijven, vliegen vaak samen op. Hij voedt zich met kleine reptielen, muisjes en fruit, naar gelang het jaargetijde. De gaai kan vele geluiden imiteren, zoals het miauwen van een kat. Het gehele jaar aanwezig.

Gekraagde

Gekraagde Roodstaart

Nombre Científico: Phoenicurus phoenicurus IE

Descripción:  Kleiner van formaat dan een mus. Voor veel vogelaars is de gekraagde roodstaart één van de meest sierlijke vogels. Zijn rug is asgrijs, de keel zwart, en de buik en staart zijn roodoranje gekleurd. De houding van deze slanke vogel is sierlijk, terwijl regelmatig stuipachtige, op en neergaande bewegingen worden gemaakt om de aandacht te vestigen op zijn mooie kleuren. Hij voedt zich met insecten en is alleen in het broedseizoen in Extremadura aanwezig.

Gele

Gele Kwikstaart

Nombre Científico: Motacilla flava IE

Descripción:  Het mooie verenpak is olijfgeel op de rug en fel geel op de onderzijde, waardoor het grijsblauw op de kop extra opvalt. Is gebruikelijk te vinden in moerassen, bevloeide weiden en bij rivieren. Hij voedt zich met kleine insecten en spinnen die hij aan de oevers bemachtigt. De gele kwikstaart wordt tijdens de trekperiode veelvuldig waargenomen, alhoewel er ook enkele paren in Extremadura broeden.

Gierzwaluw

Gierzwaluw

Nombre Científico: Apus apus IE

Descripción:  De gierzwaluw is grijsachtig bruin met witte keel. Hij heeft lange, smalle vleugels en een korte, gevorkte staart. Gierzwaluwen zijn goede vliegers. Ze vangen hun prooi (kleine insecten zoals muggen) in de lucht, en zijn zelfs in staat om op grote hoogte (in de lucht) te slapen. Ze broeden in kieren en gaten in gebouwen en, bij wijze van uitzondering, soms ook in palmbomen. Ze zijn alleen in de lente en de zomer aanwezig.

Goudplevier

Goudplevier

Nombre Científico: Pluvialis apricaria IE

Descripción:  Iets kleiner van formaat dan een patrijs. Het verenkleed in de winter is geelbruin van kleur. Verder heeft hij een korte snavel en een robuust uiterlijk. Hij komt hier alleen in de winter voor, soms in grote groepen op braakliggend land en boomloze, vochtige vlaktes. Hij eet kleine insecten, slakken, naaktslakken en wormen.

Goudvink

Goudvink

Nombre Científico: Pyrrhula pyrrhula IE

Descripción:  Iets groter dan de groenling, met een zeer korte, dikke snavel. Het mannetje is grijs op de rug, zwart op staart, kap en vleugels (met witte vleugelstreep), en roodoranje op de borst en buik. Het vrouwtje is te onderscheiden van het mannetje door de okerkleurige buik en borst. De goudvink is op schaduwrijke plekken met bosschages te vinden, vaak dichtbij riviertjes. Hij voedt zich met winterknoppen, zaden en kiemen. Alleen in de winter in Extremadura aanwezig.

Grasmus

Grasmus

Nombre Científico: Sylvia communis IE

Descripción:  Van vergelijkbaar formaat als de voorgaande grasmussen. Het verenkleed van het mannetje is opvallend vanwege zijn grijsblauwe kap, bruine vleugels, witte keel en roze borst. Zijn broedbiotoop bestaat uit struikgewas in de bergen. In het broedseizoen komt de grasmus daarom alleen in de hoge delen van Noord-Extremadura voor. Tijdens de trekperiode daarentegen kan hij door heel Extremadura aangetroffen worden. Hij eet kleine insecten.

Graspieper

Graspieper

Nombre Científico: Anthus pratensis IE

Descripción:  Afmetingen als van een mus, met een korte, dunne snavel, een bruin verenkleed, donker op de bovendelen en wit met donkere strepen op de onderzijde. Laat zich gewoonlijk zien op bevloeide akkers, weilanden en op andere boomloze terreinen, alhoewel hij heel onopvallend kan zijn. Hij eet kleine insecten, wormen, spinnen die hij op de grond vangt. Alleen aanwezig als wintergast.

Graszanger

Graszanger

Nombre Científico: Cisticola juncidis IE

Descripción:  Heel klein, één van de lichtste (qua gewicht) soorten van het Iberisch schiereiland. Overwegend zandkleurig, donker gestreept en met een lichte, ongevlekte borst. Leeft in moerasvegetatie, graanvelden, vochtige akkers en langs beken en rivieren. De graszanger eet kleine insecten, spinnen, en andere ongewervelden. Karakteristiek is zijn golvende vlucht waarbij hij een 'zip' laat horen bij elke opgaande beweging. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Grauwe

Grauwe Gans

Nombre Científico: Anser Anser

Descripción:  Deze wilde gans is een trekvogel die door de winterkoude in het noorden naar Extremadura wordt gedreven. Hij vertrekt weer op warme februaridagen. Hij is bruingrijs van kleur en heeft oranjeroze poten en snavel. Hij komt in stoppelvelden van maïs en rijst voor, zowel als in de uitlopers van stuwmeren en andere rustige meren. hij eet bolgewassen, zaden en zachte kiemen.

Grauwe

Grauwe Gors

Nombre Científico: Miliaria calandra IE

Descripción:  Groter dan een mus. Vaal bruin verenkleed met zwarte stippen op de rug en okerkleurig op de buik. Zijn snavel is stevig. Algemene verschijning in open gebieden, waar hij veelvuldig op paaltjes, struiken of dode bomen zit te fluiten. Zijn voedsel bestaat met name uit zaden, maar kan ook insecten eten tijdens het broedseizoen. Hij is het gehele jaar aanwezig en is zeer talrijk.

Grauwe

Grauwe Kiekendief

Nombre Científico: Circus pygargus SAH

Descripción:  Iets kleiner van formaat dan de blauwe kiekendief, maar met vergelijkbaar kleurenpatroon. Het mannetje is te onderscheiden door de aanwezigheid van zwarte strepen op de vleugels. Hij broedt normaliter in graanvelden. Daarom hebben de akkerbouwers een belangrijke taak in de bescherming van deze soort. Hij voedt zich met knaagdieren, hagedissen en vogeltjes die hij verrast tijdens zijn lage vlucht. hij is alleen tijdens het broedseizoen in Extremadura en vertrekt in augustus richting Afrika.

Griel

Griel

Nombre Científico: Burhinus oedicnemus V

Descripción:  Iets groter van formaat dan een duif, met opvallende gele ogen, snavel en poten. Dankzij het schutkleuren-patroon van het verenkleed gaat hij helemaal op in de omgeving. We vinden de soort in uitgestrekte, droge akkers en vlaktes met weinig bomen. Zijn wulpachtige roep is meestal in de ochtend- en avondschemering te horen. Hij eet kevers, sprinkhanen, krekels en naaktslakken.

Grijze

Grijze

Nombre Científico: Emberiza cirlus IE

Descripción:  Formaat als van een mus. Zijn bovendelen zijn bruinrood met zwarte stippen, de buik is okerrood, en de borst en de kop zijn grijs, met op de kop drie dikke, zwarte strepen. Deze soort is op rotsige hellingen met laag, doornig struikgewas met verspreid staande bomen te vinden. Hij eet voornamelijk zaden, plantenkiemen en, in mindere mate, insecten. Het gehele jaar aanwezig. Op plaatsen met het optimale habitat kan hij heel algemeen zijn.

Grijze Wouw

Grijze Wouw

Nombre Científico: Elanus caeruleus V

Descripción:

Ter grootte van een duif. Blauwgrijs verenkleed met opvallend rode ogen. Zijn biotoop bestaat uit open 'dehesas' (boomweiden), weiden met verspreid staande bomen, en uitgestrekte graanakkers. Hij vangt voornamelijk knaagdieren en kleine vogels in de avond- en ochtend schemering, alhoewel hij met bewolkt weer op elk uur van de dag actief kan zijn. Hij kan meerdere keren in een jaar broeden mits er voldoende voedsel aanwezig is. Het is een standvogel, maar kan wel zwerven, waarbij de abundantie van knaagdieren wordt opgezocht.

Groene

Groene Specht

Nombre Científico: Picus viridis IE

Descripción:  De groene specht is iets groter dan een lijster, mat groen op de rug, grijsachtig groen op de buik, en heeft een opvallende, rode plek op zijn hoofd, vanaf het voorhoofd tot bij de hals. Hij komt in dichte bossen van kurkeiken en bladverliezende eiken, en in 'dehesas' (boomweiden) voor. Hij houwt met zijn snavel een nestholte in een boomstam uit. De groene specht eet insectenlarven die in hout leven. Hij bemachtigt ze door gaten in het hout te hakken en de prooidieren met behulp van de lange tong eruit te halen. Het hele jaar aanwezig.

Groenling

Groenling

Nombre Científico: Carduelis chloris

Descripción:  Grotere en robuuster dan de putter, en met een sterkere snavel. Het verenkleed van het mannetje is mooi groen, met gele vlekken in de vleugels en de staart. Het vrouwtje is valer gekleurd. De stevige snavel kan de hardste zaden kraken. De groenling is in bosrijke gebieden, 'dehesas' en stadsparken aan te treffen. In Extremadura is hij het hele jaar aanwezig en talrijk bovendien.

Grote

Grote Bonte Specht

Nombre Científico: Dendrocopos major IE

Descripción:  Iets kleiner dan de groene specht. Het verenkleed op de rug is zwart met grote witte vlekken, en roze op de borst. Hij heeft intens rood op de buik en in de nek (alleen bij mannen). De grote bonte specht komt in rivierbossen, dennenbossen, dichte 'dehesas' (boomweiden) en andere bosschages voor. Hij voedt zich voornamelijk met insecten uit het hout en kan soms prederen op nesten van kleine vogels. Present gedurende het hele jaar.

Grote

Grote Gele Kwikstaart

Nombre Científico: Motacilla cinerea IE

Descripción:  Een kleurrijke verschijning met grijsblauwe bovendelen, vleugels en staart fel gele onderzijde en een opvallend zwarte keel. Deze kwikstaart is sterk gebonden aan schoon en continu stromend water en is daardoor algemener in het noorden van Extremadura. Hij eet kleine insecten en andere ongewervelden die hij vindt door de oevers grondig af te speuren.

Grote

Grote Karekiet

Nombre Científico: Acrocephalus arundinaceus IE

Descripción:  Grootste vertegenwoordiger van de Iberische karekieten en rietzangers. Groter van formaat dan een mus. Zijn rug is bruingrijs o groenachtig en de buik lichter van kleur. Biotoop als van kleine karekiet, altijd bij beken, rivieren en meren met rijke oevervegetatie. Zijn harde, ietwat bizarre zang, die tot op grote afstand is te horen, verraadt zijn aanwezigheid in de dichte begroeiing. Is tijdens het broedseizoen en in de zomer in Extremadura aanwezig.

Grote

Grote Lijster

Nombre Científico: Turdus viscivorus

Descripción:  Groter van formaat en valer op de rug dan de zanglijster. Heeft geen gele tinten op de borst. De vlekken op de borst en buik zijn groter en ronder. We kunnen hem aantreffen in bossen van Pyrenese eik, kurkeik, den, tamme kastanje en ook in 'dehesas' (boomweiden). De grote lijster is relatief discreet, maar laat zijn mooie zang op voorjaarsmiddagen horen, vooral na een onweersbui. Zijn voedsel bestaat uit slakken, die hij tegen een steen of boomstam slaat om het slakkenhuis te breken. Eet ook wormen en andere insecten. Het gehele jaar aanwezig.

Grote

Grote Trap

Nombre Científico: Otis tarda SAH

Descripción:  Grote vogel, en de zwaarste van Extremadura. Lijkt qua uiterlijk en formaat op een grote kalkoen. Zijn dikke hals is grijsblauw, de bovendelen zijn bruinoranje met zwarte strepen en de onderdelen zijn opvallend wit. Hij komt op boomloze vlaktes voor en op uitgestrekte, extensieve akkers met of zonder irrigatie. Hij eet plantaardig voedsel (kiemplanten, bollen en zaden) zowel als dierlijk voedsel, met name grote insecten (sprinkhanen, krekels, cicaden). In Extremadura is hij gedurende het hele jaar aan te treffen.

Grutto

Grutto

Nombre Científico: Limosa limosa IE

Descripción:  De grutto heeft lange, donkere poten en de lange, dunne snavel is oranje aan de basis en zwart aan de punt. Deze steltloper komt in ondiepe lagunes en stoppelvelden van rijstakkers voor. Hij broedt niet in Extremadura, maar in de winter kunnen zich duizenden vogels concentreren in de rijstvelden van de Vegas Altas del Guadiana. Hij eet ongewervelden die hij met behulp van zijn lange, dunne snavel, zonder moeite, uit het slik haalt.

Havik

Havik

Nombre Científico: Accipiter gentilis IE

Descripción:  Lijkt sterk op de sperwer, maar groter en robuuster en met sterkere tarsus. De havik is een middelgrote roofvogel die sterk is gebonden aan bossen. Hier jaagt hij op zijn prooien die, wat betreft formaat, variëren van een mus tot een haas. De prooidieren worden zowel op de grond als in de vlucht gevangen. Hij broedt in bomen, in oude bossen. Het gehele jaar aanwezig.

Havikarend

Havikarend

Nombre Científico: Hieraaetus Fasciatus SAH

Descripción:  Behendige en spectaculaire vlieger. De bovendelen zijn donkerbruin met een witte vlek tussen de schouders, en de onderdelen zijn wit met donkere stippen. Hij broedt op rotspartijen van lage bergruggen, kliffen bij stuwmeren en, in mindere mate, in bomen. Hij jaagt voornamelijk in de lucht op duiven en andere vogels van vergelijkbaar formaat. Hij pakt ook wel eens eenden, konijnen en hagedissen. Hij blijft hete hele jaar in de nabijheid van het nest, dat hij verdedigt tegen andere arenden en gieren.

Heggenmus

Heggenmus

Nombre Científico: Prunella modularis IE

Descripción:  Iets kleiner dan een mus, bovendelen bruin met zwarte strepen, flanken kastanje bruin gestreept en kop en keel loodgrijs gekleurd. Hij broedt in struikgewas op grote hoogte en daalt in de winter af naar de lage, vlakke delen van de regio. Hij voedt zich voornamelijk met insecten en wormen maar eet soms ook spinnen. De heggenmus broedt in de hoge bergen en kan in de winter bijna overal in Extremadura worden waargenomen.

Hop

Hop

Nombre Científico: Upupa epops IE

Descripción:  Iets kleiner dan een tortelduif, met een lange, fijne, naar beneden gebogen snavel en een grote kuif die hij kan opzetten. De veren van zijn vleugels, staart en top van de kuif zijn zwart en wit getekend, en de rest is oranjeroze gekleurd. Hij maakt zijn nest in holle bomen of muren en komt veelvuldig voor in 'dehesas' (boomweides), bij akkers en andere gebieden met weinig bomen. Hij eet uitsluitend insecten en spinnen die hij op de grond, met behulp van zijn prachtige snavel, bemachtigt. Hij is het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Houtsnip

Houtsnip

Nombre Científico: Scolopax rusticola

Descripción:  Zijn lijf heeft het formaat van een duif, met een heel lange snavel en een korte staart. Zijn verenkleed heeft een vlekkenpatroon van bruine en okertinten, hetgeen hem een perfecte camouflage verleent op een bodem met gras en droge bladeren. Hij is heel onopvallend en wordt vaak niet opgemerkt. Hij vertrouwt namelijk geheel op zijn schutkleur en vliegt pas op als we bijna op hem stappen. Het is een wintergast die de voorkeur geeft aan vochtige bossen boven open gebieden. Met zijn lange snavel vangt hij wormen, maden, naaktslakken en kleine insecten in de grond.

Huismus

Huismus

Nombre Científico: Passer domesticus

Descripción:  De huismus is een echte cultuurvolger. Hij komt veel voor in steden en dorpen. De mannetjes zijn bruin, met zwarte strepen op de rug, grijze buik en zwarte slabber. De vrouwtjes zijn discreter bruingrijs gekleurd. Ze voeden zich normaliter met zaden en fruit, maar geven in het broedseizoen insecten aan de jongen. Het is bij uitstek een stadsvogel die vaak is aan te treffen in parken, op de daken van gebouwen, pleinen.... Hij is het gehele jaar aanwezig en zeer talrijk.

Huiszwaluw

Huiszwaluw

Nombre Científico: Delichon urbica IE

Descripción:  Dit is de meest urbane zwaluw. Hij broedt in nesten van klei die bestaan uit een gesloten nestkom met een kleine opening, die tegen gebouwen aan worden bevestigd. Hij is heel donker met een blauwe glans op de rug, vleugels en staart en wit op de onderdelen en stuit. Het dieet van de huiszwaluw bestaat uit insecten die hij op grote hoogte in de lucht vangt. Hij komt elk voorjaar terug naar Extremadura om te broeden en vertrekt eind september.

IJsvogel

Ijsvogel

Nombre Científico: Alcedo Atthis IE

Descripción:  Ter grootte van een mus, maar robuuster, met korte staart en lange, stevige snavel. Zijn verenkleed is erg opvallend: fel blauwe vleugels, staart en rug, en oranje op borst en buik. Zijn dieet bestaat uitsluitend uit kleine vissen en kikkervisjes, die hij vangt door vanaf een vaste post boven het water te duiken. Hij graaft een nestpijp in walletjes langs rivieroevers. Hij is het hele jaar aanwezig.

Kaffergierzaluw

Kaffergierzaluw

Nombre Científico: Apus cafer V

Descripción:  De Kaffergierzwaluw is iets kleiner dan de gierzwaluw, heeft een donker verenkleed met een witte vlek bovenop zijn staart en nog één in de keel. Hij broedt gewoonlijk in onbezette nesten van de roodstuitzwaluw en de huiszwaluw. Het is een zeer zeldzame soort in Extremadura. Hij arriveert vaak later dan de andere zomergasten, nl. in de meimaand en hij vertrekt naar Afrika in twee trekbewegingen, één in augustus en de ander rond eind oktober.

Kalanderleeuwerik

Kalanderleeuwerik

Nombre Científico: Melanocorypha calandra IE

Descripción:  De grootste vertegenwoordiger van de leeuwerikenfamilie in Extremadura. Vaal bruin van kleur met een lichtere buik en zwarte vlekjes in de zijnek. Hij heeft een relatief zware snavel en geen kuif. Zijn biotoop wordt gevormd door uitgestrekte, boomloze velden, braakliggend land, weilanden of graanakkers. De kalanderleeuwerik kan goed de zang van andere vogels imiteren, hetgeen hij vaak doet tijdens de vlucht. Hij eet insecten, larven en wormen in combinatie met zaden en andere plantaardige materialen. Hij broedt op de grond en is het hele jaar aanwezig.

Kauw

Kauw

Nombre Científico: Corvus monedula

Descripción:  Iets groter dan een duif, zwart verenpak met grijs achter op de kop en nek, en lichte iris. Broedt vaak in aanzienlijke kolonies in holtes in kerken, boerderijen en andere gebouwen. De kauw eet insecten, kleine reptielen, knaagdieren en fruit. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Keep

Keep

Nombre Científico: Fringilla montifringilla IE

Descripción:  De mannetjes hebben een zwartblauwe kop, zwart-witte rug, vleugels en staart, en een oranje borst. Het is een zaadeter die naast kleine zaden ook andere plantaardige resten eet. Het is een zeldzame wintergast in Extremadura. Maar in enkele winters komen grote groepen binnenvallen, die dan in 'dehesas', akkers en vlakten te zien zijn.

Kemphaan

Kemphaan

Nombre Científico: Philomachus pugnax IE

Descripción:  Zo groot als een patrijs, met een robuust lijf, lange poten en een middellange, relatief stevige snavel. Gedurende wintermaanden is het verenkleed bruingrijs met donkere bandering op de rug en lichter van kleur op de onderdelen. Foerageert in natuurlijke wetlands en langs ondiepe oevers van stuwmeren, op zoek naar aquatische ongewervelden. Alleen tijdens de winter aanwezig.

Kerkuil

Kerkuil

Nombre Científico: Tyto alba IE

Descripción:  Middelgrote uil die meestal in boerderijen, kerken en gebouwen, dicht bij de mens broedt. Hij heeft een geelachtig verenkleed met veel grijs op de rug en witte onderdelen. Zijn gezicht vormt een frappant wit hart met grote, zwarte ogen. Zijn voornaamste prooidieren zijn muizen en woelmuizen, maar sommige kerkuilen zijn gespecialiseerd in het vangen van kleine vogels op slaapplaatsen in bomen van stadsparken.

Kievit

Kievit

Nombre Científico: Vanellus vanellus

Descripción:  Even groot als een patrijs, en met een karakteristieke kuif. De mantel en veren zijn donker maar met direct zonlicht verschijnt er een groene en paarse metaalglans op. De buik is wit. Loopt gewoonlijk op drassige vlaktes op zoek naar maden, wormen en naaktslakken, waarmee hij zich voedt. Normaliter is de kievit hier alleen in de winter te zien, maar sinds enkele jaren broedt hij in een aantal wetlands in Extremadura.

Kleine

Kleine Bonte Specht

Nombre Científico: Dendrocopos minor V

Descripción:  De kleine bonte specht is de kleinste van de spechten in Extremadura, amper de grootte van een mus. Zijn verenkleed is zwart en wit op de rug, staart en vleugels, en witachtig roze met zwarte stippen op de buik. Hij heeft een rode vlek tussen het voorhoofd en de nek. tegen zijn hoofd. Hij bouwt zijn nestholte met zijn snavel in boomstammen. Het dieet is gebaseerd op insecten uit het hout, die hij in de takken en onder de schors bemachtigt. Hij is het hele jaar aanwezig.

Kleine

Kleine Karekiet

Nombre Científico: Acrocephalus scirpaceus IE

Descripción:  Discrete vogel qua uiterlijk, maar met een melodieuze zang. Leeft aan de oevers van rivieren en beken met voldoende moerasvegetatie. Leeft verscholen in het riet en heeft daarom een harde zang nodig om zich te laten gelden ten opzichte van zijn soortgenoten. In Extremadura is hij alleen in het broedseizoen aanwezig. In de Vegas del Guadiana is het een algemene broedvogel.

Kleine

Kleine Mantelmeeuw

Nombre Científico: Larus fuscus

Descripción:  Grote meeuw met donkergrijze vleugels en witte kop en borst. De snavel is geel met een rood vlekje aan de punt van de ondernavel. Hij komt op stuwmeren vuilnisbelten, en akkers voor, vaak in grote groepen. Daarbij worden soms andere vogels uit het gebied verdrongen. Hij eet vis, knaagdieren, wormen, insecten en afval van vissersschepen of op de vuilstort. De kleine mantelmeeuw broedt niet in Extremadura, maar is in de winter zeer talrijk.

Kleine

Kleine Plevier

Nombre Científico: Charadrius dubius IE

Descripción:  Kleine vogel, met bruine vleugels, staart en kruin, en witte onderdelen. Karakteristiek zijn de donkere borstband en koptekening, zowel als de intens gele oogring. Loopt veel langs drassige oevers van poelen en rivieren op zoek naar zijn voedsel, bestaande uit allerlei ongewervelden. Het gehele jaar aanwezig.

Kleine

Kleine Torenvalk

Nombre Científico: Falco naunanni SAH

Descripción:  Iets kleiner dan de torenvalk. Nestelt gewoonlijk, evenals de kauw, in holten en gaten in kerken en andere gebouwen. Hij jaagt in het open veld, weiden en akkers in de omgeving van de dorpen en steden waar hij broedt. Bidt ook regelmatig tijdens de jacht, maar de kleine torenvalk is meer een insecteneter dan zijn grotere neef.

Kleine

Kleine Trap

Nombre Científico: Tetrax tetrax SAH

Descripción:  Iets groter dan een patrijs, met lange sterke poten. De kleine trap is bruin gestreept op de rug (waardoor hij goed gecamoufleerd is op de bijna kale bodem) en wit op de buik. Het mannetje heeft in het broedseizoen een karakteristieke zwarte kraag. Tijdens de vlucht maken ze een hoog 'si-si-si' geluid dat veroorzaakt wordt doordat één van de pennen korter is dan de andere. Hij komt in vlaktes met graanvelden en boomloze steppen voor. Hij eet zaden, bollen, kiemplanten en, in mindere mate, kleine ongewervelden. Het hele jaar in Extremadura aanwezig.

Kleine

Kleine Zilverreiger

Nombre Científico: Egretta garzetta IE

Descripción:  Iets groter dan de koereiger. Geheel wit verenkleed, zwarte poten en felgele tenen, net zoals de iris. Leeft in wetlands met ondiepe oevers, waar hij in z'n eentje jaagt op kleine vissen, ongewervelden en amfibieën. Nestelt in grote bomen dichtbij het water samen met andere reigers. Hij is het gehele jaar aanwezig.

Kleine

Kleine Zwartkop

Nombre Científico: Sylvia melanocephala IE

Descripción:  Overwegend grijs verenkleed, donkerder op de rug en de staart. Het mannetje heeft een zwarte kop, witte bef en een opvallende, rode oogring. Het vrouwtje is minder opvallend gekleurd met een grijze kop en bruine rug. Hij komt in struwelen, marquis-vegetatie, braamstruiken, hagen en tuinen voor. Hij eet hoofdzakelijk insecten, alhoewel hij ook soms wilde bessen en klein fruit inneemt. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Kluut

Kluut

Nombre Científico: Recurvirostra avosetta IE

Descripción:  Ter grootte van een duif, met lange poten en een lange, fijne, omhoog gebogen snavel. Het verenpak heeft een frappante en contrasterende zwart-wit tekening. Hij komt in wetlands met rustig en ondiep water voor, waar hij zich tegoed doet aan kleine ongewervelden. Het is een zeldzame verschijning in herfst en winter.

Koekoek

Koekoek

Nombre Científico: Cuculus canorus IE

Descripción:  Ter grootte van een tortelduif. Heeft lange, blauwachtig grijze vleugels en staart. De borst en buik hebben een karakteristiek patroon van horizontale, donkere en lichte strepen, vergelijkbaar met de sperwer. Het vrouwtje legt haar ei in het nest van andere vogels en bekommert zich niet om de nakomelingen. De koekoek voedt zich voornamelijk met insecten, vooral met rupsen, waardoor hij bijdraagt aan de bestrijding van plagen.

Koereiger

Koereiger

Nombre Científico: Bubulcus ibis IE

Descripción:  Middelgrote reiger. Zijn verenkleed is het hele jaar geheel wit, behalve in het broedseizoen. Met name het mannetje tooit dan oranjebruine sierveren op het hoofd en nek. De koereiger loopt vaak in groepen samen op met het vee dat in dehesas en weilanden graast. De koereiger broedt in grote kolonies samen met andere reigersoorten. Hij is het gehele jaar aanwezig en wordt steeds talrijker.

Kokmeeuw

Kokmeeuw

Nombre Científico: Larus ridibundus

Descripción:  Deze middelgrote meeuw komt veel in het binnenland voor. Zijn vleugels zijn licht grijs, het lichaam wit en de poten rood. Gedurende de zomer is de kop chocoladebruin en in de winter wit met donkere vlekjes bij het oor en boven het oog. Hij houdt van grote stuwmeren, zwakstromende rivieren, akkers en rijstvelden. De kokmeeuw is zeer talrijk in de winter, terwijl er maar enkele broedgevallen bekend zijn.

Koolmees

Koolmees

Nombre Científico: Parus major IE

Descripción:  Iets kleiner dan een mus, minder grof en eleganter. De kleuren van zijn verenkleed vallen niet op tussen de dichte takken van de bomen. De kop is zwart met een grote, witte vlek aan beide zijkanten. Zijn borst is citroengeel met in het midden een zwarte streep, als zijnde een stropdas. De rug, staart en vleugels zijn groenblauw. De snavel is kort en fijn, typisch voor een insecteneter, alhoewel hij ook wel fruit eet. Hij heeft meer dan 50 verschillende variaties in zijn zang. Het gehele jaar aanwezig.

Kraanvogel

Kraanvogel

Nombre Científico: Grus grus IE

Descripción:  Lijkt wat betreft bouw en formaat op een ooievaar. Het verenkleed is overwegend grijs. De hals is echter zwart met witte 'lijnen aan de zijkant en op de kop heeft hij een rode vlek. Karakteristiek is de pluim bij de staart, die in werkelijkheid gevormd wordt door de uiteinden van de elleboogpennen (tertials). Verschijnt in de herfst en winter in 'dehesas', rijstvelden en lagunes. De kraanvogel broedt sinds de eerste helft van de vorige eeuw niet meer in Extremadura. Hij voedt zich met eikels, oogstresten van rijst, maïs, bolgewassen, ongewervelden....

Krakeend

Krakeend

Descripción:  Even groot als de wilde eend. De woerd is grijs met een bruine rug en zwarte achterkant. Het vrouwtje is, evenals het vrouwtje wilde eend, grauwbruin, maar met een witte spiegel in plaats van een metalic-blauwe. Ze komen in grote, rustige waterpartijen voor en eten plantaardig voedsel. in Extremadura is de krakeend het hele jaar aanwezig.

Krooneend

Krooneend

Nombre Científico: Netta rufián V

Descripción:  De mooie woerd heeft een opvallende, oranje-chocoladekleurige kop en intens roze ogen en snavel. De borst en staart zijn zwart, de rug bruingrijs terwijl de flanken wit gevlekt zijn. Het is een duikeend die zich in schoon water voedt met bladeren, wortels en andere delen van waterplanten. Hij broedt in enkele wetlands van Extremadura zoals de stuwmeren van Orrellana, Portaje en Morantes. In de winter komt hij in meer waterrijke gebieden voor.

Kuifkoekoek

Kuifkoekoek

Nombre Científico: Clamator glandarius IE

Descripción:  Ter grootte van de koekoek. De rug, staart en vleugels zijn grijs met witte vlekken. De buik is wit en de keel en borst hebben een gele tint. Hij heeft een kleine, grijze kuif. Arriveert in het voorjaar, om vervolgens de eieren in de nesten van eksters te leggen. De eksters zorgen voor de nakomelingen. Daarom is regelmatig te zien hoe eksters op luidruchtige wijze de indringers in de vlucht achtervolgen.

Kuifleeuwerik

Kuifleeuwerik

Nombre Científico: Galerida cristata IE

Descripción:  Iets groter dan de veldleeuwerik, aardebruin verenkleed, dat hem perfect camoufleert in de vlakten en akkers waar hij talrijk kan zijn. Hij komt bovendien veelvuldig voor langs wegen, in bermen en in weiden en 'dehesas'. De kuifleeuwerik heeft een karakteristieke kuif en een lange tarsus met korte tenen en een zeer lange nagel aan de achterteen. De aangename zang is tot op grote afstand hoorbaar. Hij voedt zich met kleine insecten en plantaardig voedsel. Hij is het hele jaar aanwezig.

Kuifmees

Kuifmees

Nombre Científico: Parus cristatus IE

Descripción:  Ongeveer even groot als de pimpelmees. Zijn bovendelen zijn bruin en de onderdelen lichter van kleur. Zijn kop is zwart en wit en heeft een puntige kuif. Komt met name in dennenbossen voor maar is ook in kurk- en steeneikenbossen met struiklaag een algemene verschijning. Zijn dieet bestaat uit ongewervelden zoals rupsen, spinnen, mijten, waardoor hij een aanzienlijke bijdrage levert aan het voorkomen van plagen in de bosbouw. Hij is het gehele jaar aanwezig.

Kwak

Kwak

Nombre Científico: Nycticorax nycticorax SAH

Descripción:  Middenformaat reiger met lange, gele poten, grijs op de rug en wit op de buik. De intens rode ogen zijn aangepast aan het vissen in de schemering. Hij eet middelgrote vissen, amfibieën en waterslangetjes. De kwak broedt in grote kolonies samen met andere reigersoorten.

Kwartel

Kwartel

Nombre Científico: Coturnix coturnix

Descripción:  Zeer kleine vogel (de kleinste van de bejaagbare soorten). Hij broedt op de grond tussen de vegetatie. Zijn verenkleed is bruin met gele en okerkleurige tinten, waardoor hij vrijwel onzichtbaar wordt als hij zich tegen de grond drukt. Het is een algemene vogel in irrigatievelden, bijvoorbeeld met alfalfa, soja of maïs, waar hij regelmatig van zich laat horen. De kuikentjes verlaten het nest direct nadat ze uit het ei zijn gekropen. Ze volgen dan de moeder op zoek naar kleine insecten, zijnde het voedsel in dat stadium. De volwassen vogels eten bovendien zaden.

Lachstern

Lachstern

Nombre Científico: Gelochelindon nilotica SAH

Descripción:  Zijn lichaam is zo groot als een duif, maar de vleugels zijn smal en lang. Wit lichaam met zwarte kop, snavel en poten. Hij broedt op kale eilanden in stuwmeren zoals die van Sierra Brava, Los Canchales en Orellana. Hij voedt zich met muizen, hagedissen, vogels en insecten die soms ver van water, in graanvelden, worden gevangen. Verschijnt half april in Extremadura en verlaat ons half september.

Lepelaar

Lepelaar

Nombre Científico: Platalea leucorodia V

Descripción:  Kleinere steltloper dan de ooievaar. Het verenkleed is overwegend wit en de poten en snavel zwart. Hij ontleent zijn naam aan de speciale vorm van de snavel. Die is namelijk smal in het midden en breed en rond aan de punt. Dankzij dit bijzondere instrument kan de lepelaar in troebel water van poelen en ondiepe stuwmeren fourageren. Hij broedt in kolonieverband in grote bomen dichtbij het water en vaak samen met reigers en ooievaars.

Meerkoet

Meerkoet

Nombre Científico: Fulica atra

Descripción:  Iets groter dan het waterhoen, overwegend zwart van kleur en met witte snavel en bles. Hij komt in stuwmeren, meren en wetlands voor, waar hij een drijvend nest maakt van plantaardig materiaal. Na de geboorte zwemmen de kuikentjes hun moeder achterna op zoek naar kleine waterbeestjes en planten die op het dieet staan. Het hele jaar aanwezig.

Merel

Merel

Nombre Científico: Turdus merula IE

Descripción:  Het mannetje is zwart van kleur met een gele snavel en oogring. Komt veel voor in tuinen en parken van steden en dorpen, daarnaast ook bij rivieren, in 'dehesas' 'boomweiden', mits er voldoende bomen aanwezig zijn. Hij voedt zich met name met regenwormen, maden en insecten. In de herfst eet de merel ook bessen en fruit. In de lente pleegt hij ons te plezieren met zijn prachtige zang. Het gehele jaar aanwezig.

Monniksgier

Monniksgier

Nombre Científico: Aegypius monachus SAH

Descripción:  Met een spanwijdte van bijna drie meter is hij de grootste, vliegende vogel van eurazië. Hij heeft een heel donker, bijna zwart verenkleed, en broedt in grote bomen op afgelegen berghellingen. Met zijn bijzonder sterke snavel kan hij zelfs de vacht van muilezels en koeien open scheuren. Ze zijn tevens de sterkste vogels onder de aaseters. Bij een dood dier (aas) moeten de vale gieren, wouwen, aasgieren en raven op hun beurt wachten, dat wil zeggen, totdat de monniksgieren klaar zijn met eten.

Moorse

Moorse Nachtwaluw

Nombre Científico: Caprimulgus ruficollis IE

Descripción:  Even groot als de Nachtzwaluw, maar met meer rood op buik en nek. Ze zitten vaak op autowegen. Veel nachtzwaluwen sterven als verkeersslachtoffer, omdat ze vertrouwen op de camouflage van hun verenkleed en dus niet opvliegen voor een auto. In Extremadura is de sort alleen in het broedseizoen aanwezig.

Nachtegaal

Nachtegaal

Nombre Científico: Luscinia megarhynchos IE

Descripción:  Zo groot als een mus, bruin op de bovenzijde, kop en vleugels, oranjebruin op de staart en lichter gekleurd op de onderzijde. Aangezien hij in dicht struikgewas leeft valt zijn verenkleed niet op. Daarom heeft hij een potente zang nodig om zijn aanwezigheid te laten gelden. Hij laat vaak ook 's nachts van zich horen. Misschien zingt de nachtegaal het mooist van alle Europese vogelsoorten. Hij eet voornamelijk kleine insecten aangevuld met besjes en fruit in de herfst. Het is een broedvogel in Extremadura en brengt de winter door ten zuiden van de Sahara.

Nachtzwaluw

Nachtzwaluw

Nombre Científico: Caprimulgus europaeus IE

Descripción:  De nachtzwaluw is ongeveer zo groot als een tortelduif, maar hij heeft heel lange vleugels en staart. Zijn bruingrijze verenkleed met okerkleurige vlekken verlenen hem een prima schutkleur, op de grond, waar hij nestelt. Het is een schemer- en nachtactieve, insectenetende vogel, die zijn prooi in de lucht vangt met behulp van zijn bijzonder grote bek. Zit zelden in bomen, bijna altijd op de grond. Hij is alleen in het voorjaar en de zomer in Extremadura aanwezig om te broeden.

Oehoe

Oehoe

Nombre Científico: Bubo bubo IE

Descripción:  De Oehoe is de grootste Europese uil. Zijn oranje-bruine verenkleed, de oorpluimen en grote, oranje ogen maken hem onmiskenbaar. Zijn biotoop bestaat uit berghellingen met mediterraan bos en rotspartijen, waarin hij zijn nest maakt. 's Nachts kan hij grote afstanden afleggen tijdens zijn jachtvluchten. Het dieet is zeer uitgebreid, variërend van muizen tot aan vossen, vogels van middelgroot en groot formaat, en zelfs andere roofvogels. De Oehoe is het hele jaar aanwezig.

Oeverloper

Oeverloper

Nombre Científico: Actitis hypoleucos IE

Descripción:  Lijkt op de witgat, maar is kleiner, iets lichter van kleur en met kortere poten. Bezoekt eveneens ondiepe, drassige gebieden, slikranden en'oevers. Maakt net als de witgat een wippende beweging en is ook alleen in de winter aanwezig. Hij trekt in het voorjaar naar het noorden om daar te broeden.

Oeverzwaluw

Oeverzwaluw

Nombre Científico: Riparia riparia SAH

Descripción:

Een kleine zwaluwachtige die grote broedkolonies vormt bij wanden van rivieroevers. Zijn rug, vleugels en staart zijn mat bruingrijs en de onderdelen zijn wit en worden onderbroken door een opvallende borstband. De oeverzwaluw eet uitsluitend vliegende insecten die hij in de lucht vangt. Alleen in het broedseizoen aanwezig.

Ooievaar

Ooievaar

Nombre Científico: Ciconia ciconia IE

Descripción:  Steltloper van groot formaat, wit verenkleed met zwarte vleugelpunten. De snavel en poten zijn opvallend rood. Wijd verspreid in 'dehesas' (boomweiden), wetlands, weilanden en broedt in allerlei hoge gebouwen, zoals kerken, boerderijen evenals in bomen en hoogspanningsmasten. Zijn dieet is gevarieerd en gaat van vissen, slangen en amfibieën tot knaagdieren en sprinkhanen. Vroeger trok hij altijd naar Afrika om daar te overwinteren. Tegenwoordig brengen steeds grotere aantallen ooievaars de winter in Extremadura door.

Orpheusgrasmus

Orpheusgrasmus

Nombre Científico: Sylvia hortensis IE

Descripción:  De grootste van de grasmussen die in Extremadura voorkomen. Zijn verenpak is in het algemeen grijs, maar heeft een zwarte oogstreek, een donkergrijze kap en een opvallend lichte iris. Hij geeft de voorkeur aan 'dehesas' (boomweiden) en open bossen, waar hij moeilijk te zien is, maar wel goed te horen, want hij zingt veel. Hij eet insecten in het voorjaar en wilde bessen gedurende het najaar. Het broedareaal in Extremadura wordt in september verlaten, wanneer hij naar Afrika trekt om te overwinteren.

Orpheusspotvogel

Orpheusspotvogel

Nombre Científico: Hippolais polyglotta IE

Descripción:  Vogel met gracieus silhouet en elegante houding. Zijn verenkleed is discreet, met bruine en grijze tinten op de bovendelen en groengele borst. Hij komt in vochtige terreinen met voldoende dichte bosschages, met name bij rivieren en beken voor. Zijn zang is melodieus en kan imitaties van andere soorten bevatten. Zijn voedsel bestaat uit kleine ongewervelden als insecten, spinnen en wormen. De orpheusspotvogel is vanaf de lente tot het einde van de zomer in Extremadura aanwezig. Hij broedt dichtbij het water mits er genoeg vegetatie aanwezig is om in te broeden.

Paapje

Paapje

Nombre Científico: Saxicola rubetra IE

Descripción:  Ongeveer even groot als de roodborsttapuit, geeft een bolle indruk en beweegt nerveus. De rug en kop zijn bruin met zwarte vlekjes, de borst is okerkleurig en de buik witachtig. De dikke, witte wenkbrauwstreep is opvallend. Het paapje eet kleine insecten die hij dichtbij zijn posten vangt. In Extremadura is hij alleen tijdens de trekperiodes, zowel tijdens de herfsttrek richting Afrika als tijdens de voorjaarstrek, waar te nemen.

Pijlstaart

Pijlstaart

Nombre Científico: Anas Acuta

Descripción:  Even groot als de voorgaande eendensoorten. Het mannetje is misschien wel de meest elegante eend met zijn blauwe snavel en lange staart. Daarnaast heeft hij verschillende grijstinten, zwart en wit over het hele verenpak en crèmekleurige delen. De spiegel is metalic-paars. Hij voedt zich met waterplanten en kleine ongewervelden. Overwintert in Extremadura.

Pimpelmees

Pimpelmees

Nombre Científico: Parus caeruleus IE

Descripción:  Kleiner dan de koolmees, met blauwe vleugels, staart en kop, en wit op het voorhoofd en wangen. De borst en buik zijn geel. De pimpelmees is algemeen in 'dehesas' (boomweiden), dennen- en rivierbossen en in tuinen. Met zijn kleine snavel vangt hij insecten in de bast en op of onder de bladeren. Daarbij kan hij soms op zijn kop hangen. Hij is een goede bondgenoot in de biologische landbouw vanwege zijn aanzienlijke bijdrage aan de bestrijding van plagen. Hij is het hele jaar in de beboste delen van Extremadura aanwezig.

Provençaalse

Provençaalse Grasmus

Nombre Científico: Sylvia undata IE

Descripción:  Heeft een klein lijf en een heel lange staart die vaak naar boven wordt gericht, Hij is blauwgrijs van kleur op de rug, vleugels, en staart, en wijnrood op de onderdelen en heeft een intens rode oogring. Deze soort is sterk gebonden aan dicht mediterraan struikgewas. Zij dieet bestaat uit insecten en in de herfst en winter kan hij ook wel fruit en zaden eten. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Purperkoet

Purperkoet

Nombre Científico: Porphyrio porphyrio SAH

Descripción:  Groter dan een patrijs. Intens en glanzend donkerblauw verenkleed en felrood op poten, snavel en bles. Hij is gebonden aan stilstaande watermassa's met rijke moerasvegetatie, zowel aan de oever als drijvend. Hij voedt zich voornamelijk met waterplanten maar kan ook kleine dieren vangen. Hij broedt alleen in het stuwmeer van Arrocampo, maar is ook al in de Vegas del Guadiana waargenomen.

Purperreiger

Purperreiger

Nombre Científico: Ardea purpurea SAH

Descripción:  Iets kleiner dan de blauwe reiger. Heeft een lange, dunne, gestreepte hals, die hem perfect camoufleert in het riet. Hij is daar alleen te ontdekken als hij beweegt. Hij heeft rijkelijk begroeide oevers nodig waar hij op kleine en middelgrote vissen jaagt. Broedt in de Vegas Altas del Guadiana en in Arrocampo. Na de zomer trekt hij naar Afrika, waar hij overwintert.

Putter

Putter

Nombre Científico: Carduelis carduelis

Descripción:  Heel algemeen. Te onderscheiden door zijn rode gezicht en zwart-witte banden op de kop. Zijn vleugels zijn zwart met een brede, gele band, die goed te zien is tijdens de vlucht. Vanwege zijn aangename zang wordt de putter vaak gevangen om als kooivogel te houden. Met zijn conische snavel kan hij bij de geliefde distelzaden te komen zonder zich te prikken. Het gehele jaar aanwezig.

Raaf

Raaf

Nombre Científico: Corvus corax

Descripción:  Zeer groot. Zijn verenkleed is schijnbaar helemaal zwart, maar heeft metallic blauwe glans op de veren. De raaf is een ware luchtacrobaat. Het is één van die vogels die voor zijn plezier vliegt. Hij geniet bij het maken van gecompliceerde loopings in de lucht. Hij is een bewoner van rotsachtige bergen, 'dehesas' (boomweiden), eikenbossen, vlaktes met grote, verspreid staande bomen. Hij broedt zelfs in hoogspanningsmasten. Zijn voedsel bestaat uit kleine dieren die hij zelf vangt, fruit en aas. De paren worden voor het leven gevormd. De raaf kan bovendien heel oud worden, soms meer dan 40 jaar. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Ralreiger

Ralreiger

Nombre Científico: Ardeola ralloides EE

Descripción:  Even groot als de koereiger met witte vleugels en borst, en okerkleurige rug. Uit de nek steken lange, zwart-wit gestreepte veren. Hij komt in moerassen met voldoende vegetatie voor. Hier voedt hij zich met aquatische ongewervelden, vissen en amfibieën. Het is een strikt solitaire vogel. Hij broedt in de stuwmeren van Montijo en Arrocampo. Soms kan hij ook in de Vegas Altas de Guadiana waargenomen worden.

Ransuil

Ransuil

Nombre Científico: Asio otus V

Descripción:  Middelmatig grote uil met lange oorpluimen en grote oranje ogen. Dankzij zijn bruine verenkleed met oranje en okerkleurige bandering is hij goed gecamoufleerd tussen de stammen van de grote bomen waarin hij nestelt. Hij broedt meestal in verlaten nesten van eksters of andere kraaiachtigen, in verspreide steeneiken, essen of hoge parasoldennen in de buurt van gewassen. Hij voedt zich met muizen en woelmuizen en soms met kleine vogels. Tijdens de winter roesten ransuilen, vaak in grote groepen in dichte bomen.

Rode

Rode Patrijs

Nombre Científico: Alectoris rufa

Descripción:  Behoort tot het jachtwild en vormt een fundamentele bouwsteen in de voedselpiramide van het natuurlijke ecosysteem in Extremadura. De rode patrijs heeft een mooi gekleurd verenkleed en een karakteristieke roep. Hij leeft in open akkerbouwgebieden met weinig bomen. Hij nestelt op de grond, in perceelsscheidingen of in lage struiken dichtbij graanvelden. Hij prefereert het lopen boven het vliegen. Slechts in geval van nood gaat hij op de wieken. Hij voedt zich, op de grond, met zaden, zachte kiemen en insecten (met name de kuikentjes die het nest meteen verlaten nadat ze uit het ei zijn gekropen).

Rode

Rode Rotslijster

Nombre Científico: Monticola saxatilis V

Descripción:  Ter grootte van een lijster. Heeft levendige kleuren: glanzend blauwe kop en rug, oranje borst, buik en staart, mat bruine vleugels, en een opvallend witte vlek op de rug tussen de vleugels. Hij leeft op rotsige hellingen op redelijk grote hoogte. Hij bouwt een mooi nest, dat met gras en mos bedekt wordt, in spleten of holten in de rosten. Zijn prooidieren beslaan een breed scala aan gewervelde en ongewervelden, van maden tot muurgecko's. De rode rotslijster is alleen gedurende de lente en zomer in Extremadura aanwezig.

Rode

Rode Wouw

Nombre Científico: Milvus milvus V

Descripción:  Middelgrote roofvogel. De lange vleugels en staart zijn roodbruin van kleur. De kop is lichter en het iris geel. De Engelse naam voor wouw (kite), betekent vlieger. Zijn vlucht doet daar soms aan denken. De rode wouw is het hele jaar in Extremadura aanwezig. Hij broedt (echter steeds minder) in bomen in dichte bossen. In de winter wordt de populatie aangevuld met exemplaren uit centraal Europa. Hij voedt zich met knaagdieren, kleine vogels en, hoofdzakelijk, met aas.

Roerdomp

Roerdomp

Nombre Científico: Botaurus stellaris EE

Descripción:  Behoort tot de reigerfamilie. Van groot formaat. Beschikt over een ongelooflijk goed gecamoufleerd verenpak om zich onzichtbaar te maken in de moerasvegetatie van meren en poelen. Zijn zware roep is van grote afstand hoorbaar. Heel zeldzaam in Extremadura. Er zijn nog geen broedgevallen bevestigd maar waarschijnlijk laat dat niet lang op zich wachten. De roerdomp eet vissen en amfibieën.

Roodborst

Roodborst

Nombre Científico: Erithacus rubecula IE

Descripción:  Kleiner dan een mus, met bruine bovendelen en een oranjerode borst. Beweegt zich op de grond voort door middel van kleine sprongetjes en schokkerige bewegingen om zijn oranje vlek op de borst te benadrukken. Het is voornamelijk een insecteneter maar kan ook zaden en fruit eten. In de winter is hij algemeen in heel Extremadura, maar hij broedt alleen in het uiterste noorden, Monfragüe, Canchos de Ramiro en in het uiterste zuiden.

Roodborsttapuit

Roodborsttapuit

Nombre Científico: Saxicola torquata IE

Descripción:  Iets kleiner van formaat dan een mus, bruin met zwart stippen op de rug, oranje op de borst en grote witte vlekken aan beide kanten van de hals. De roodborsttapuit is heel algemeen in bermen van wegen, open 'dehesas' (boomweiden), akkerranden.... Hij gebruikt uitstekende takken van struiken als uitkijkpost waar vanaf hij op kleine insecten jaagt. Het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Roodkopklauwier

Roodkopklauwier

Nombre Científico: Lanius senator IE

Descripción:  Zijn verenkleed is bont, zwart en wit gekleurd en op zijn kop heeft hij een kastanjekleurige kap. Zijn karakteristieke haaksnavel is uitermate geschikt om zijn prooien mee te vangen. het is een algemene verschijning in 'dehesas' (boomweiden), bossen en bij rivieren. Hij jaagt op sprinkhanen, hagedissen en kleine vogeltjes. Pleegt doornige struiken of prikkeldraad te gebruiken om prooien op te prikken, als zijnde een voorraadkamer. Hij imiteert de zang van andere vogels om ze te lokken en vervolgens te pakken. De roodkopklauwier is alleen in het broedseizoen aanwezig.

Roodstuitzwaluw

Roodstuitzwaluw

Nombre Científico: Hirundo daurica IE

Descripción:  Lijkt op de boerenzwaluw maar heeft op de onderdelen, achter in de nek en op de stuit oranje en okerkleurige tinten (in Spanje heet hij 'goudzwaluw'). Is minder talrijk dan de boerenzwaluw. De roodstuitzwaluw broedt onder bruggen, gebouwen en overhangende rotsen, in een nestkom met toegangspijp van klei. Het voedsel bestaat uit insecten die tijdens de acrobatische vlucht worden gevangen. Het is uitsluitend een broedvogel in Extremadura.

Rosse

Rosse Waaierstaart

Nombre Científico: Cercotrichas galactotes V

Descripción:  Ongeveer even groot als een mus. Het verenkleed is in het algemeen rossig bruin. De oranje staart wordt regelmatig omhoog gericht en soms ook gespreid (vandaar zijn naam). We kunnen hem aantreffen in boomgaarden van olijf-, amandel- en vijgenbomen, zowel als in wijngaarden. Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit insecten, alhoewel hij ook spinnen, wormen en maden eet. De rosse waaierstaart arriveert eind april in Extremadura en na het broedseizoen, rond eind augustus/begin september, trekt hij weer naar Afrika.

Rotszwaluw

Rotszwaluw

Nombre Científico: Ptyonoprogne rupestris IE

Descripción:  Lijkt op de voorgaande soort, maar groter en robuuster. De bovendelen hebben dezelfde kleur, maar de onderdelen zijn lichtbruin en zonder borstband. Broedt op steile rotswanden en kliffen maar ook vaak op bruggen. Hij eet kleine insecten die hij tijdens zijn onvermoeibare vlucht vangt. Het is een standvogel in Extremadura.

Scharrelaar

Scharrelaar

Nombre Científico: Coracias garrulus V

Descripción:  Even groot als een duif. De scharrelaar heeft een helder blauw verenpak met verschillende schakeringen en een oranje-bruine rug. Heeft een voorkeur voor open gebieden met weinig bomen, en nestelt in gaten in muren, boerderijen of, indien aanwezig, in nestkasten. Hij eet sprinkhanen, krekels, en in mindere mate, hagedissen en amfibieën. Het is een zomergast die alleen in de lente en de zomer in Extremadura aanwezig is om te broeden.

Slangenarend

Slangenarend

Nombre Científico: Circaetus gallicus IE

Descripción:  Grote roofvogel, met dikke kop en voor in de kop gelegen ogen, waardoor zijn aanblik aan een uil herinnert. Zijn verenkleed is donker, okerkleurig op de bovendelen en wit met meer of minder donkere vlekken op de onderdelen. Hij heeft grote, gele ogen, waarmee hij zijn prooidieren, voornamelijk slangen en hagedissen, kan opsporen. Hij keert elke lente terug naar Extremadura vanuit zijn winterkwartier in Afrika om slechts één jong uit te broeden en groot te brengen. Hij nestelt in bomen in ondoordringbare bossen, maar prefereert boomloze vlaktes om te jagen.

Slechtvalk

Slechtvalk

Nombre Científico: Falco peregrinus SAH

Descripción:  Middelgrote roofvogel, met leigrijze mantel, staart, kop en baardstreep, en witte buik met donkergrijze bandering. Het is de allersnelste vogel. Tijdens een stootduik kan hij de snelheid van 300 km/uur overschrijden. Hij broedt op rotswanden, waar hij andere roofvogels wegjaagt. Om te jagen verkiest hij open velden waar hij het op vogels ter grootte van een duif heeft gemunt. Echter, hij kan zelfs kleine trap en eenden vangen. De slechtvalk blijft meestal gedurende het hele jaar in de buurt van het nest om het territorium te verdedigen. In de winter wordt de populatie in Extremadura aangevuld met dieren uit noordelijker streken.

Slobeend

Slobeend

Nombre Científico: Anas clypeata

Descripción:  Eend met een karakteristieke, lepelvormige snavel. De woerd is het meest kleurrijk met zijn groene kop, zwart-witte rug, witte borst en bruine flanken. Het vrouwtje is grauwbruin, vergelijkbaar met andere vrouwtjes eenden. Hij gebonden aan grote watermassa's en heeft alleen in de stuwmeren van Orrellana, Valdecañas en Valuengo gebroed, evenals in de vennen van La Albuera. In de winter is de slobeend echter zeer algemeen in vrijwel alle wetlands van Extremadura. Hij eet waterplanten en ongewervelden die hij met zijn nuttige snavel uit het water filtert.

Smelleken

Smelleken

Nombre Científico: Falco columbarius IE

Descripción:  Ter grootte van een tortelduif, de kleinste van de valken die in Extremadura voorkomen. het mannetje is blauwgrijs op de rug met donkere vleugels en staart, en oranje-wit met donkere vlekjes op de borst.

Smient

Smient

Nombre Científico: Anas Penélope

Descripción:  Wintergast met een mooi verenkleed. De mannetjes hebben een karakteristieke, fluitende roep. In Spanje heten ze daarom 'fluiteend'. Zijn kop is roodbruin met een opvallende, crèmekleurige vlek op het voorhoofd. De borst is roze en de rest van het lijf is grijs met zwart-witte achterkant. Het wijfje is discreter gekleurd. Zowel mannetje als wijfje hebben een blauwgrijze snavel met zwarte punt. Is gewoonlijk te vinden in stuwmeren, meren en ander stilstaand water.

Spaanse

Spaanse Keizerarend

Nombre Científico: Aquila adalberti EE

Descripción:  Zeer zeldzaam in de wereld, want deze soort komt alleen op het Iberisch Schiereiland voor. Iets kleiner van formaat dan de steenarend. Hij onderscheidt zich van deze door de witte schouderpartijen en gele achterhals. Hij broedt in grote bomen, diep verscholen in het ondoordringbare mediterrane bos. Zijn dieet is gebaseerd op konijn, houtduif en rode patrijs. Hij trekt niet weg, alhoewel de juveniele dieren grote zwerftochten kunnen maken op zoek naar een territorium om zich te vestigen.

Sperwer

Sperwer

Nombre Científico: Accipiter nisus IE

Descripción:  Kleine roofvogel met korte, ronde vleugels en lange staart. Dankzij zijn lichaamsbouw kan hij snelle manoeuvres maken tijdens de vlucht, en zelfs in dichte vegetatie jagen. Zijn voedselpakket bestaat bijna uitsluitend uit kleine vogeltjes die hij in de vlucht vangt. Hij is gebonden aan bos en broedt in bomen op plaatsen met voldoende ondergroei. In de herfst trekken de sperwers uit Extremadura naar Afrika, maar hun plaats wordt dan ingenomen door sperwers uit centraal Europa, die hier overwinteren.

Sprinkhaanzanger

Sprinkhaanzanger

Nombre Científico: Locustella naevia IE

Descripción:  Iets kleiner dan een mus. Overwegend groenbruin verenkleed met donkere stippen op de rug, gele borst en wit op de buik. Sterk gebonden aan moerasvegetatie en rivieren. Zijn dieet bestaat uit kleine ongewervelden als spinnen en insecten. In Extremadura is hij alleen tijdens de trekperiodes aanwezig maar is dan zeer moeilijk waar te nemen vanwege zijn discrete kleuren en het ontoegankelijke habitat.

Staartmees

Staartmees

Nombre Científico: Aegithalos caudatus IE

Descripción:  Zijn lijf is als een klein balletje met roze veren op de buik en donker op de rug. Zijn staart is lang en zwart met witte buitenste staartpennen. Hij trekt gewoonlijk rond in familiegroepen van 8 tot 14 individuen in bossen met voldoende ondergroei en ook in rivierbegeleidende bossen. Met zijn zeer kleine, fijne doch sterke snavel vangt hij insecten die verstopt zitten onder de bast of in de knoppen. Het gehele jaar aanwezig.

Steenarend

Steenarend

Nombre Científico: Aquila Chrysaetos V

Descripción:  De grootste Europese arend, zeer robuust en sterk. Hij is overwegend donker bruin met een goudkleurige achterhals. Hij broedt op rotsrichels in rotswanden of in grote bomen. Het is een standvogel in Extremadura. Hij jaagt op vele prooidieren van konijn, duif en grote hagedissen tot zelfs vossen.

Steenuil

Steenuil

Nombre Científico: Athene noctua IE

Descripción:  Kleine uil met roodbruine, wit gevlekte bovendelen en witte onderdelen met roodbruine bandering. Heeft geen oorpluimen en de ogen zijn groot en geel. Leeft in olijfboomgaarden, open 'dehesas' (boomweiden) en akkerbouwgebieden waar hij kleine prooien zoals sprinkhanen, krekels of kleine amfibieën vangt. Hij is het hele jaar aanwezig, altijd dicht bij de broedplaats.

Steltkluut

Steltkluut

Nombre Científico: Himantopus himantopus IE

Descripción:  Lijkt op een ooievaar in miniatuurformaat. De snavel is zwart en zeer fijn. De bijzonder lange poten zijn intens rood. Verder is zijn lijf wit dat contrasteert met de zwarte vleugels. Het is een algemene verschijning aan de oevers van rivieren, stuwmeren en rijstvelden. Zeer luidruchtig en territoriaal gedurende het broedseizoen. Hij eet ongewervelden die hij aan de oever in het slik vindt. Algemeen gedurende het hele jaar.

Tafeleend

Tafeleend

Nombre Científico: Aythya ferina IE

Descripción:  Duikeend met grijs lichaam en zwarte borst en staart. De kop is roodbruin van kleur bij de woerd met een felrood oog. Het vrouwtje, evenals bij bijna alle eenden, is minder kleurrijk. De tafeleend komt in wetlands met schoon water en met voldoende oevervegetatie voor. Hij eet ongewervelden die hij onder water bemachtigt. In Extremadura broedt hij alleen in de Lagunas de Albuera, Llanos de Caceres en de Vegas Altas del Guadiana. In de winter is hij wijder verspreid.

Tapuit

Tapuit

Nombre Científico: Oenante oenante IE

Descripción:  Kleine, elegante en sierlijke vogel. Het uiterlijk van het mannetje en het vrouwtje zijn verschillend en het verenkleed is in het broedseizoen ook anders dan erbuiten. Het mannetje heeft in het algemeen een grijze rug, donkere vleugels, een zwart masker, okerkleurige bef en witte buik. De staart heeft de karakteristieke, zwarte vlek in de vorm van een omgedraaide 'T', die zeer opvallend is tijdens de vlucht. De tapuit komt op open, bergachtige terreinen, met laag struikgewas en stenen voor. Hier jaagt hij, vaak vanaf een vaste uitkijkpost, op kleine insecten. In Extremadura broedt hij in de bergen van het uiterste noorden, maar kan in de winter overal worden waargenomen.

Tjiftjaf

Tjiftjaf

Nombre Científico: Philloscophus collybita IE

Descripción:  Verenkleed en formaat als van fitis, maar iets valer gekleurd dan deze. Maakt continu onrustige bewegingen en fladdert regelmatig laag over de grond. Hij broedt in berg- en rivierbossen in het uiterste noorden van Extremadura. Maar in de winter is hij zeer talrijk in de hele regio.

Torenvalk

Torenvalk

Nombre Científico: Falco tinnunculus IE

Descripción:  Kleine valk, ter grootte van een duif, met lange vleugels en staart. Hij bidt vaak om zijn prooi op te sporen. Als hij iets ziet, dan maakt hij een stootduik op de prooi. Hij eet muizen, spitsmuizen, sprinkhanen en krekels. Het nest wordt in holen in bomen en in gebouwen, zowel in de stad als op het platteland, gemaakt. Hij geeft echter de voorkeur aan 'dehesas' (boomweiden) en akkerbouwgebieden met verspreid staande bomen. De torenvalk is het gehele jaar in Extremadura aanwezig.

Tureluur

Tureluur

Nombre Científico: Tringa totanus IE

Descripción:  Iets kleiner dan een duif, maar met lange poten en snavel. Zijn bovendelen zijn bruingrijs en diffuus gevlekt en de buik is lichter van kleur. De snavelbasis en de poten zijn rood. Hij komt in ondiepe waterpartijen, rijstvelden, oevers van stuwmeren en tijdelijke lagune's voor. Hij voedt zich met ongewervelden, alhoewel hij ook kikkervisjes en kleine visjes kan vangen. Wintergast in Extremadura.

Vale

Vale Gier

Nombre Científico: Gyps fulvus IE

Descripción:  Heel groot, spanwijdte zelfs groter dan 2,5 meter. De lange nek is bedekt met witte donsveren die meestal donker gekleurd zijn vanwege de eetgewoonten van de vale gier. Zijn verenpak is zandkleurig bruin met donkere handpennen en staart. Hij nestelt op rotspartijen en kan dagelijks tientallen kilometers vliegen op zoek naar dode dieren, zijn voedsel. Door het eten van aas dragen de gieren bij aan het voorkomen van vele epidemieën, want de potente maagsappen vernietigen de bacteriën en virussen die mogelijk de dood van het dier veroorzaakten.

Veldleeuwerik

Veldleeuwerik

Nombre Científico: Alauda arvensis IE

Descripción:  Ongeveer zo groot als een mus, lichtbruin verenkleed dat gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. De veldleeuwerik heeft een klein kuifje dat hij kan opzetten of niet, afhankelijk van zijn stemming. Nestelt op de grond tussen de vegetatie in open, boomloze gebieden. Zijn zang is zeer melodieus. Hij voedt zich met kleine insecten, zaden en plantenresten. Is het hele jaar aanwezig, maar is in de winter talrijker.

Velduil

Velduil

Nombre Científico: Asio fammeus IE

Descripción:  Middelgrote uil met fel gele ogen, die extra opvallen in contrast met het zwarte masker, en met kleine oorpluimen. Dankzij zijn oker-bruine verenkleed op de rug en okerkleurige borst met donkerbruine vlekken valt hij niet op in een stoppelveld met aardkluiten. Nestelt op de grond in graanvelden en tussen moerasvegetatie. Zijn dieet bestaat uit woelmuizen en muizen. Hij jaagt soms samen met kiekendieven. In Extremadura wordt de velduil vaak in de winter gezien. Er zijn slechts enkele broedgevallen bekend.

Vink

Vink

Nombre Científico: Fringilla coelebs IE

Descripción:  Formaat van een mus. De mannetjes hebben een zwart-witte tekening op vleugels en staart, blauwgrijze kap en okerkleurige borst. De vrouwtjes zijn discreter met een valer verenkleed. De vink is een algemene verschijning in beboste gebieden als 'dehesas' (boomweiden), eiken- en dennenbossen en tuinen. Hier laten de mannetjes hun explosieve vinkenslag horen. Het is een zaadeter die naast kleine zaden ook andere plantaardige materialen eet. het gehele jaar aanwezig.

Visarend

Visarend

Nombre Científico: Pandion Haliaetus V

Descripción:  Middelgrote roofvogel, gespecialiseerd in het vangen van vis. Voor dat doel heeft hij speciale schubben op zijn poten die voorkomen dat de vis weg glijdt (ontglipt). Hij is donkerbruin-grijs op de rug en heeft een donker masker, gele ogen en een witte buik. Broedt niet in Extremadura. Hij is slechts in de trektijd en in de winter in grote wetlands, rivieren en stuwmeren te zien.

Vorkstaartplevierv

Vorkstaartplevierv

Nombre Científico: Glareola pratincola SAH

Descripción:  Iets kleiner van formaat dan een tortelduif, met een acrobatische, zwaluwachtige vlucht. Zijn bovendelen zijn bruin met een olijfgroene zweem, de onderdelen zijn wit en de keel is okergeel omrand door een zwarte keelring. Broedt op de grond, in stoppelvelden en drassige oevers van eilanden en lagunes. Hij eet insecten die tijdens de duizelingwekkende vlucht gevangen worden.

Vuurgoudhaan

Vuurgoudhaan

Nombre Científico: Regulus ignicapillus IE

Descripción:  Zeer klein, misschien wel de kleinste van alle vogels die in Extremadura voorkomen. Zijn bovendelen zijn groenachtig, de buik wit met okerkleurige tinten en zijn kopje heeft een opvallende, witte wenkbrauwstreep met zwarte rand en een geeloranje middenkruinstreep. Met zijn korte en fijne snavel kan hij goed insectenlarven uit de gaatjes van een boomstam peuteren. Hij broedt in dennen- en eikenbossen in het noorden van Extremadura, terwijl hij in de winter ook in lagere delen verspreid over de hele regio te vinden is.

Waterhoen

Waterhoen

Nombre Científico: Gallinula chloropus

Descripción:  Formaat van een patrijs. Van veraf lijkt hij zwart maar in werkelijkheid is zijn verenkleed heel donkerblauw op de kop, borst en buik, donkerbruin op de rug en felrood op de snavel en bles. De poten zijn lang en intens groen met een rode band op de dij. Hij zwemt vaak in zacht stromend of stilstaand water met veel oevervegetatie, maar komt ook in rijstvelden voor. Hij is het hele jaar aanwezig.

Waterral

Waterral

Nombre Científico: Rallus aquaticus IE

Descripción:  De waterral is een moerasvogel die verwant is aan het waterhoen. Zijn rug is bruin met zwarte stippen, de borst en buik zijn donker grijsblauw. Zijn snavel is lang en rood, en de poten hebben lange tarsus en tenen waardoor hij goed door de oevervegetatie kan lopen. Hij komt in rijkelijk begroeide moerassen voor, maar ook in rijstvelden, en grote en kleine irrigatie kanalen mits er voldoende vegetatie staat. Hij voedt zich met allerlei ongewervelden, amfibieën en kleine zoogdieren. Hij is het hele jaar aanwezig.

Watersnip

Watersnip

Nombre Científico: Gallinago gallinago

Descripción:  Lijkt op de houtsnip, maar kleiner en meer aan water gebonden. Evenals de houtsnip komt deze soort alleen in de winter in Extremadura voor. Hij vangt kleine, aquatische ongewervelden in ondiep water. Hij foerageert ook vaak in rijstvelden. Als hij wordt opgeschrikt vliegt hij met een snelle, lage vlucht op, waarbij hij zijn karakteristieke alarmroep laat horen.

Waterspreeuw

Waterspreeuw

Nombre Científico: Cinclus cinclus V

Descripción:  Ter grootte van een lijster, robuust en rond met een heel korte staart. Het verenpak is donker bruin met een grote, witte slabber. Leeft bij snelstromende rivieren en beken met schoon water in het noorden van Extremadura. Hij vangt allerlei ongewervelden onder het wateroppervlak. Zit vaak op grote stenen van bergriviertjes waarbij zijn witte borst goed opvalt. De waterspreeuw is het gele jaar aanwezig in zijn broedareaal.

Wespendief

Wespendief

Nombre Científico: Pernis apivorus SAH

Descripción:  Het formaat en het verenkleed zijn als die van de buizerd, waardoor hij in de vlucht makkelijk is te verwarren. Karakteristiek is het gele iris. de snavel is anders dan die van de buizerd, iets langer en fijner. Hij broedt in bomen in ondoordringbare bossen. Zijn bijzondere dieet is gebaseerd op bijen en wespen (larven, cocons en volwassen bijen/wespen). Hij kan soms vliegend met honingraten in zijn klauwen worden waargenomen. Maar hij kan ook reptielen en kleine vogels eten. Hij broedt in Extremadura en in september wordt de Straat van Gibraltar over gestoken.

Wielewaal

Wielewaal

Nombre Científico: Oriolus oriolus IE

Descripción:  Ter grootte van een lijster. Het mannetje heeft een contrastrijk verenkleed met zijn felgele lijf en gitzwarte vleugels. 'De vrouwtjes zijn minder opvallend met een overwegend groenig verenpak. Zijn bijzonder mooie zang verraad zijn aanwezigheid hoog in de bomen. Hij is sterk gebonden aan vochtige bossen bij rivieren, eikenbossen, etc... Hier vangt hij kleine sprinkhanen, krekels, maden.... Aan het einde van de zomer eet hij ook fruit zoals vijgen en bramen. Hij is alleen in de lente en zomer in Extremadura aanwezig.

Wilde

Wilde

Nombre Científico: Anas Platyrhynchos

Descripción:  Het is de meest algemeen voorkomende eend in Extremadura. Hij kan zelfs tam worden en zich mengen met zogenaamde 'soepeenden'in vijvers van parken en tuinen. het mannetje heeft een donkere kop met groenblauwe glans, chocolade bruine borst en grijze rug. Hij is vrijwel in elke waterpartij te vinden, maar ook bijvoorbeeld in bevloeide graanvelden. Tijdens de winter arriveren er meer exemplaren afkomstig uit het koude noorden.

Winterkoning

Winterkoning

Nombre Científico: Troglodites troglodites IE

Descripción:  Zeer kleine vogel, bruin van kleur met donkere stippen en lichtere onderdelen. Beweegt zich gewoonlijk snel en onrustig en met omhooggerichte staartje. Zijn biotoop wordt gevormd door bossen vaak bij rotspartijen. De winterkoning is moeilijk waar te nemen, maar zijn karakteristieke, harde zang vanuit het struikgewas verraadt zijn aanwezigheid op grote afstand. Hij is het hele jaar en verspreid over heel Extremadura aanwezig.

Wintertaling

Wintertaling

Nombre Científico: Anas crecca

Descripción:  De kleinste van de eenden in Extremadura en één van de mooiste. Evenals de andere eenden komt hij algemeen voor in stuwmeren, irrigatiebekkens en andere watermassa's. Hij voedt zich met waterplanten en ongewervelden. Hij vliegt behendig en met snelle vleugelslag. In de winter en de lente is hij algemeen maar broedt niet in Extremadura.

Witbuikzandhoen

Witbuikzandhoen

Nombre Científico: Pterocles alchata SAH

Descripción:  Ter grootte van een duif, oker op de rug, met zwarte lijnen en witte buik en een oranje gekleurde 'halve maan' op de borst. Leeft op steppen en niet bevloeide graanvelden. Hier bouwt hij zijn grondnest, waarin de goed gecamoufleerde eieren worden gelegd. Hij eet bijna uitsluitend zaden en andere plantenresten.

Witgat

Witgat

Nombre Científico: Tringa ochropus IE

Descripción:  Kleine steltloper, met donkerbruine en fijn gestipte rug, kop en borst, en witte onderdelen. De snavel is lang en dun en uitermate geschikt voor het vangen van ongewervelden in de modder van ondiepe oevers. Zijn poten zijn lang, dun en grijsgroen. hij maakt voortdurend op en neergaande bewegingen met staart en lijf. Alleen in de winter aanwezig.

Witte

Witte Kwikstaart

Nombre Científico: Motacilla alba IE

Descripción:  Zo groot als een mus. Het verenkleed is zwart, wit en verschillende grijstinten. Wipt voortdurend op en neer met de lange staart. Komt veel voor bij rivieren, aan de oevers van stuwmeren en in akkers. De witte kwikstaart eet kleine insecten, wormen en spinnen die hij op het veld of bij de oevers vangt. Hij is het hele jaar aanwezig maar is talrijker in de winter. In dit jaargetijde concentreren ze zich in grote getale op stedelijke slaapplaatsen.

Witwangstern

Witwangstern

Nombre Científico: Chlidonias hybridus SAH

Descripción:  Iets kleiner dan een tortelduif, maar met zeer lange vleugels, licht grijs met zwarte kap en rode snavel en poten. Hij voedt zich met aquatische insecten en andere ongewervelden die in de vlucht gevangen worden. Jaagt vaak in groepjes van rond de 5 vogels. Bouwt een drijvend nest van takjes in wetlands met stilstaand water. De witwangstern is alleen in het broedseizoen (voorjaar en zomer) in Extremadura aanwezig.

Woudaapje

Woudaapje

Nombre Científico: Ixobrychus minutus SAH

Descripción:  Kleine reiger, ter grootte van een duif, met lange, gele poten, en lange, dunne, geeloranje snavel. Zijn voorkomen blijft beperkt tot dichte moerasvegetaties bij meren en riviertjes, waar hij een verborgen leven leidt. Hij wordt alleen opgemerkt als hij uit de dekking opvliegt of als hij roept. Hij eet kleine waterbeestjes. De woudaap is algemeen in de lente en zomer, en zeer zeldzaam in de winter.

Wulp

Wulp

Nombre Científico: Numenius arquata IE

Descripción:  Van middelgroot formaat, met lange poten en lange, dunne, naar beneden gebogen snavel. Zijn verenkleed is licht bruin met donkere stippen. Hij foerageert in drassige lagunes en in rijstvelden. In Extremadura is het een zeer zeldzame doortrekker en wintergast, die in het voorjaar naar centraal Europa vertrekt.

Zanglijster

Zanglijster

Nombre Científico: Turdus philomelos

Descripción:  Robuust uiterlijk, vaal bruine rug, okergele borst en witte buik met donkere, pijlpuntvormige stippen. Komt veel voor in bosrijke gebieden, eiken- en tamme kastanjebossen, dichte 'dehesas' (boomweiden), rivierbossen, etc... Laat regelmatig van zich horen d.m.v. zijn melodieuze zang. De zanglijster eet slakken, naaktslakken, maden en wormen. Broedt slechts op enkele plaatsen in Extremadura, maar is zeer talrijk en wijdverspreid in de winter.

Zomertortel

Zomertortel

Nombre Científico: Streptopelia turtur

Descripción:  Ziet er uit als een kleine duif, met een grijs-roze lichaam en met oker gekleurde vleugels met zwarte vlekken. Vroeger was deze soort veel talrijker dan nu. Tegenwoordig is hij moeilijk te observeren op plaatsen waar hij in het verleden heel algemeen was. Leeft in akkerbouwgebieden, 'dehesas' (boomweiden) en in rivierdalen. Eet bij voorkeur zonnebloempitten of graankorrels. Verschijnt in het voorjaar om te broeden. Hij bouwt een typisch nest, bijna plat, in de vork van een tak, waarin hij twee eieren legt.

Zuidelijke

Zuidelijke Klapekster

Nombre Científico: Lanius excubitor IE

Descripción:  Zo groot als een lijster. De staart is heel lang en het verenkleed is bont gekleurd: grijs op kop en rug, zwart-witte tekening op vleugels en staart, zwart masker en met een roze zweem op de borst. Met zijn lange en sterke haaksnavel kan hij kleine vogels, hagedissen en muizen vangen. Imiteert de zang en roepjes van zijn prooidieren. Deze worden op doornige struiken als meidoorn en wilde peer geprikt . Hij is het hele jaar aanwezig. In de middeleeuwen werd deze soort door valkeniers gebruikt om in paleizen en kastelen mee te jagen.

Zwartbuikzandhoen

Zwartbuikzandhoen

Nombre Científico: Pterocles orientalis SAH

Descripción:  Ter grootte van een duif. Rug met bruin, oker en grijs patroon. Oranje keel en grijs op hoofd en borst. Hij is dankzij zijn verenkleed uitzonderlijke goed gecamoufleerd op de bodem van de vlaktes waar hij nestelt. Hij eet bijna uitsluitend zaden. Gedurende het hele jaar aanwezig in de boomloze gebieden van Extremadura.

Zwarte

Zwarte Ooievaar

Nombre Científico: Ciconia nigra EE

Descripción:  Iets kleiner dan de ooievaar. De veren op de rug en vleugels zijn zwart met groene en paarse glans. De buik is wit en de poten, snavel en oogring felrood. In tegenstelling tot de ooievaar is de zwarte ooievaar schuw waardoor het moeilijk is om hem in zijn natuurlijke habitat waar te nemen. Hij eet vissen, slangen en rivierkreeften. Hij komt in maart in Extremadura aan om te broeden. Na de zomer keert hij terug naar Afrika, waar hij zuidelijk van de Sahara overwintert.

Zwarte

Zwarte Roodstaart

Nombre Científico: Phoenicurus ochruros IE

Descripción:  Slanke en sierlijke vogel met donkergrijs verenkleed, witte vlekken op de vleugels en opvallende oranjerode staart. Broedt op vegetatiearme hellingen met stenen en keien, rotswanden en rotspartijen. In de winter is hij ook regelmatig op akkers, weilanden en 'dehesas' (boomweiden) waar te nemen en gebruikt in dit seizoen verlaten gebouwen, boerderijen, stallen en ruines als slaapplaats. Insecten vormen het hoofddeel van zijn dieet. in Extremadura is de zwarte roodstaart gedurende het gehele jaar waar te nemen, maar is meer wijdverspreid in de winter.

Zwarte

Zwarte Tapuit

Nombre Científico: Oenante leucura IE

Descripción:  De zwarte tapuit is de grootste van alle soorten tapuiten die op het Iberisch Schiereiland voorkomen. Zijn verenpak is pikzwart, met de onmiskenbare zwarte vlek, in de vorm van een omgekeerde 'T' op de witte staart. De soort komt op rotspartijen en steenrijke hellingen in heel Extremadura voor. Hij beweegt zijn staart vaak op en neer en jaagt op grote insecten vanaf vaste posten. Het is een standvogel die zich nooit ver verwijderd van zijn broedterritorium.

Zwarte

Zwarte Wouw

Nombre Científico: Milvus migrans IE

Descripción:  Iets kleiner van formaat dan de rode wouw. Zijn verenkleed is donkerde en de staart minder diep gevorkt. Het boomnest wordt bekleed met wol, plastic, papier en takken. Zijn dieet is zeer gevarieerd: vis, knaagdieren, amfibieën maar vooral aas. Hij heeft zich gespecialiseerd in dieren die als verkeersslachtoffer sterven. Hij brengt de winter in Afrika, zuidelijk van de Sahara, door en komt in de lente naar Extremadura om te broeden.

Zwartkop

Zwartkop

Nombre Científico: Sylvia atricapilla IE

Descripción:  Ongeveer zo groot als een mus maar is gracieuzer en slanker. Zijn verenkleed is bruingrijs, donkerder in de vleugels en staart. De mannetjes hebben een zwarte kap en bij de vrouwtjes is deze kastanjekleurig. De zwartkop is in vochtige bossen, beekbegeleidende bossen, fruitboomgaarden en in tuinen aan te treffen. Gedurende de winter is hij talrijker en komt dan ook voor in vele stadsparken. Alhoewel het voornamelijk een insecteneter betreft, eet hij in de herfst ook wel bramen en wilde bessen die hem voldoende energie verschaffen voor de najaarstrek. Hij broedt in Extremadura en in de winter komen er exemplaren uit het noorden bij.