1. Extremadura en de vogels
  2. Sierra de Gata

Sierra de Gata

 

para la Sierra de Gata

Ligging en bereikbaarheid

Deze route ligt in de Sierra de Gata-streek, aan de van de rivier de Alagónen de Árragovallei, aan de zuidkant van de Sierra de Gata. We kunnen deze route beginnen in het dorp Moraleja (Cáceres), gelegen aan de EX-108 tussen Coria en Moraleja. We slaan de weg richting La Moheda en het stuwmeer Borbollón in. Ook bereikbaar vanaf de EX-205, afslaand richting Moraleja, of om vanuit de Árragovallei omhoog te klimmen.

 

Beschrijving van de route

De route heeft een lengte van ongeveer 106 km (heen en terug) over zowel verharde wegen als bospaden, vanaf Moraleja tot het einde van het voorgestelde traject. De route is ontworpen om in één dag met de auto af te leggen, en onderweg te stoppen op de meest interessante uitkijkplaatsen.

De route voert voor een deel langs de bedding, de weilanden en irrigatiegebieden van de Alagónrivier, waarde overwinterende kraanvogels speciale aandacht verdienen. Daarna volgt de route de Árrago rivier die zich een weg baant tussen schaduwrijke beekbossen met essen en elzen, om zich stroomopwaarts tussen de bergen Bolla en Gomara , beide hoger dan 1.100 meter, te vervolgen. Hier broeden meer dan vijftig paren monniksgieren. De hoogstgelegen punten van de route komen we tegen op de passen Puerto Nuevo en Puerto Viejo bijna op de grens met de provincie Salamanca, en in de Sierra de los Ángeles, waar veel dennenbomen, bremstruiken en heideplanten groeien. Halverwege de route, tussen de bergen en de vlaktes, verzachten de steeneiken in de (boom)weides en de bossen van pyreneese eik de overgang van de bergtoppen naar de laagvlaktes. Het Borbollón stuwmeer, is een verplichte stop voor vele authentieke overwinterende watervogels, zoals eenden, ganzen, aalscholvers, meeuwen en kraanvogels die een eilandje – Parra Chica of Borbollón- gebruiken als vaste slaapplaats gedurende de winterperiode. Daarnaast vormt dit eiland ook een broedplek voor witte ooievaars, koereigers en blauwe reigers, tijdens de zomerperiode.

We beginnen onze route in het dorp Moraleja. Op de EX-108 nemen we de weg die ons naar de woonkern La Moheda en naar het Borbollón stuwmeer leidt. We gaan linksaf op het punt (X:0703715, Y: 4442234) en volgen de borden richting het Rivera de Gata- stuwmeer. Onderweg komen we langs een mozaïek van maïsvelden, weilanden, beemden en boomweides, waar we fouragerende kraanvogels kunnen waarnemen en de grijze wouw zich ook laat zien. Het landschap wordt gedomineerd door de traditionele tabaksdrogerijen en in het noorden, in de verte, zien we de toppen van de Sierra de Gata liggen. We keren terug naar de hoofdweg en gaan richting het stuwmeer van Borbollón, een gebied dat is uitgeroepen tot Vogelrichtlijngebied. Aangekomen bij de camping, nemen we de weg naar Hoyos en Villasbuenas de Gata, om op het punt (X:0705617, Y: 4445362) rechtsaf te slaan. Hier vandaan vertrekt een pad dat helemaal langs de oever van het Borbollón stuwmeer voert; We raden u aan om dit pad pas tijdens de schemering, na het voltooien van de gehele voorgestelde route, te bewandelen. Het is een goede plek om voorbijtrekkende kraanvogels te bekijken, op weg van de voederplekken naar het eilandje dat ze als slaapplaats gebruiken. Vanaf één van de uiteinden van het stuwmeer die het dichtst bij het kleine eiland liggen, kunnen we de vogels aan de oevers zien staan. Daarnaast kunnen we ook aalscholvers waarnemen die in de eucalyptusbomen slapen.

Trekvogels:

We vervolgen onze route richting de EX-205, en slaan rechtsaf richting het dorp Hervás, om vervolgengs links af te slaan op het kruispunt naar Cadalso en Descargamaría. We klimmen onder de verkoelende schaduw van de beekbossen, vanuit de vallei van de Árragorivier, waar we de nerveuze vlucht van de waterspreeuw kunnen aanschouwen. Aangekomen in het mooie dorpje Robledillo de Gata, dat tot Conjunto Histórico Artístico (Cultuur-historisch erfgoed) is uitgeroepen, nemen we de smalle weg die ons naar de pas van Puerto Viejo zal leiden. We vinden het uitkijkpunt “Mirador de la Lagartera” op het punt (X:0715446, Y: 4446783), waarvandaan we een mooi uitzicht hebben op de nauwe vallei van de Árrago en waarvandaan een oude Romeinse weg ons de weg wijst (omhoog de bergen in) naar de bron van de rivier. Het pad heeft dichtbegroeide hellingen, vol met zwarte dennen, struikvormige steeneiken, pyreneese eiken en enorme boomheide, een ideale plek om kleine struikvogeltjes te bekijken: grasmussen, heggenmussen, roodborstjes…

Aangekomen bij de pas, op het punt (X:0715802, Y: 4470009), nemen we een bospad aan onze linkerhand. Dit pad leidt langs enkele hoge toppen, waar we vooral de zwarte den aantreffen en dicht struikgewas van heide en brem. In dit habitat kunnen we vogels observeren die hier in de zomer broeden, zoals de ortolaan, de tapuit en de duinpieper, naast de geelgors die hier ooit éénmaal in de winter is waargenomen. Op specifieke plekjes in de dennenbossen op deze berg is het mogelijk om de koolmees en de zwarte mees te observeren. Ook kunnen we hier aaseters zoals de monniksgier, de vale gier en de aasgier zien vliegen. Het pad loopt verder tot de weg naar “Puerto Nuevo”, op het punt (X:0710899, Y: 4467314), gelegen tussen de dorpen Descargamaría en Ciudad Rodrigo (Salamanca). Hiervoor dienen we de volgende punten en afslagen te volgen: Punt (X:07149172, Y:4469784). Rechts afslaan. Punt (X:0714467, Y:4469218). Rechts afslaan. Punt (X:0713105, Y:4468702). Rechts afslaan. Punt (X:0711596, Y:4468458). Links afslaan.

Aangekomen bij de verharde weg, slaan we linksaf, richting Descargamaría. De weg slingert en biedt mooie uitzichten op valleien en rotswanden, waar tussen de aardplaten jeneverbessen en struikvormige steeneiken groeien. De aanwezigheid van de monniksgier is hier steeds frequenter, en hun activiteit concentreert zich op de schaduwrijke noordhelling van de Gomara. Er is een mooi punt om vanaf de weg de sierra te bekijken (X:0712815, Y:464117).

Aangekomen in Descargamaría, keren we terug op de weg naar Robledillo de Gata, om op het punt (X:0713912, Y: 4464947) rechtsaf te slaan. Onze route klimt nu flink omhoog richting de top en richting het uitkijkpunt El Chorrito, waarvandaan we een indrukwekkende waterval kunnen zien, bekend als “Chorro de los Ángeles” (Straal van de Engelen). De nabijheid van een gierenvoerplaats (recent heropend en onderdeel uitmakend van een netwerk van geautoriseerde voederplaatsen voor gieren) maakt deze plek tot een ideaal gebied om de bezigheden van deze aaseters, te observeren, met name de vale gier, waarvan er tientallen slapen op de wanden van de bergengtes en de kliffen van de “Sierra de los Ángeles” (Gebergte van de Engelen).

 

Ornithologische waarde

Gezien de diversiteit aan habitats, is de ornithologische waarde van deze tour hoog en gevarieerd. De aanwezigheid van de overwinterende populatie kraanvogels verdient speciale aandacht, met een totaal van zo´n 4000 vogels. Tijdens de winter is de aanwezigheid van de grijze wouw frequent op plekken waar gesproeid wordt en in de waarden van de rivieren. Het eiland Borbollón is tijdens de zomerperiode een plek waar onder andere de koereiger (240 broedparen) en de blauwe reiger (met 160 nesten) te zien zijn. De laatste soort heeft hier zelfs de grootste broedkolonie van Extremadura. De monniksgier telt in deze streek meer dan 50 broedparen. Samen met de noordelijke kernen Hurdes en Granadilla vormen zij een gebied van zo´n 100 broedparen. We kunnen hier ook andere zomergasten zien, zoals de zwarte ooievaar, hoewel de omstandigheden in deze habitats voor haar niet ideaal zijn. Op sommige hellingen kunnen we de zwarte mees zien, en in het struikgewas van hei en brem, broedsoorten, typisch voor dit soort berghabitats, zoals de tapuit, de ortolaan en de duinpieper, naast de kenmerkende soorten van het struikgewas, zoals de heggenmus en de grasmus. Op de dichtbegroeide hellingen en in de loofbossen, vinden we de dwergarend, de sperwer en de havik, onder de dagroofvogels, en de bosuil en de ransuil onder de nachtroofvogels.

 

Seizoenskenmerken

Deze route kan in ieder jaargetijde bezocht worden. ´s Winters kunnen we genieten van het schouwspel van de vogels die hier overwinteren, met name de kraanvogel, die zich ophoudt in de irrigatievelden, de boomweides en rond het water. In de lente keren de vogels terug die hier de zomer doorbrengen, zoals de Zwarte Ooievaar, de Aasgier, de Dwergarend, of de Slangenarend. De lente is tevens het broedseizoen, dus dienen we ons aan de aangegeven route te houden. Zo voorkomen we dat we de vogels storen tijdens deze gevoelige periode. Ondanks dat een deel van de route door bergachtig gebied voert, is het in de zomer erg warm, dus dan is het aan te raden er niet op de warmste momenten van de dag te komen. De warmste uren zijn bovendien ook niet de meest ideale om vogels te kijken.

 

Andere natuur- en cultuurwaarden

In deze streek zijn verschillende Red Natura 2000-gebieden te vinden, zoals de Habitatrichtlijn-gebieden van de rivieren Gata, Acebo, Erjas, Árrago en Tralgas, het Valdehornos-ven en verschillende vleermuisverblijven. Noemenswaardig is ook de ceder van het dorp Gata. Deze majestueuze boom is officieel erkend als “Unieke Boom”. In de valleien tussen de bergen van de Sierra de Gata zijn aantrekkelijke landschappen ontstaan. Langs de rivieren Eljas, Acebo, Gata en Árrago bijvoorbeeld kan men genieten van kloven, rivierbossen en natuurzwembaden van grote landschappelijke schoonheid en natuurwaarde. De prachtige bergdorpjes Robledillo de Gata, Hoyos, Trevejo, San Martín de Trevejo en Gata zijn officieel erkend als historisch-artistieke plaatsen. In het verleden rivaliseerde deze streek met het buurland Portugal en met de Arabieren. De kastelen van Trevejo en Santibañez el Alto en uitkijktorens als die van La Almenara bij Gata herinneren ons aan die roerige tijden. De Sierra de Gata is ook bekend om zijn handwerkkunst. Goede voorbeelden zijn het kantklos- en haakwerk van Hoyos en Acebo, de edelsmeedkunst van Gata, en het mandenvlechtwerk van San Martín de Trevejo. Een ander noemenswaardig aspect van de streekeigen cultuur is het bijzondere dialect dat hier nog volop gesproken wordt. Dit dialect, met invloeden vanuit Portugal en Galicië, wordt ook wel “a fala” genoemd. Elk dorp heeft weer eigen variaties op het dialect. Zo praat men in Valverde del Fresno het “Valverdeiru”, in San Martín de Trevejo het “Manhegu” en in Eljas het “Lagarteriu”. De olijfboomgaarden geven deze bergen een eigen identiteit en karakter. De streek heeft zelfs zijn eigen olijfolie met oorsprongswaarmerk, “Gata-Hurdes” genaamd; deze staat bekend om zijn uitzonderlijke kwaliteit.