Cornalvo stuwmeer
del Cornalvo stuwmeer
Ligging en bereikbaarheid
Deze route ligt in het hart van het Natuurpark Cornalvo, dat zich bevindt tussen de vruchtbare vlaktes van de Guadiana-rivier en de uitlopers van de Sierras van San Pedro en Montánchez. De dorpen waar we doorheen komen zijn Mérida en Trujillanos (Badajoz). De aanbevolen toegang is vanaf de snelweg van Extremadura (E-90) naar Trujillanos, via afslag 334 (richting Madrid) of 325 (richting Mérida). Voordat we Trujillos binnenrijden, komen we bij een rotonde waar we de eerste afslag rechts nemen, die ons naar het Cornalvo stuwmeer voert.
Beschrijving van de route
De ornithologische route begint in het Bezoekerscentrum van het Natuur Park Cornalvo, een plek die we zeker dienen te bezoeken en waar we informatie kunnen vinden over dit beschermde gebied, evenals andere mogelijke routes. Vanaf dit centrum, na ongeveer 7 kilometer, komen we bij een afslag naar rechts op de weg naar de dam van het stuwmeer Cornalvo. Als we met de auto zijn gekomen, parkeren we hier en gaan vervolgens te voet verder naar de stuwdam. De route ligt rond het stuwmeer, steeds over onverharde wegen en wandelpaden. We steken eerst de de dam over, en gaan verder over een paadje dat eerst door een dichtbegroeid kurkeikenbos loopt, en daarna door een meer open gebied met zicht op het stuwmeer. Na ongeveer 2.800 meter te hebben afgelegd, ongeveer de helft van het traject, komen we bij de achterkant van het meer, en keren terug naar het vertrekpunt. Tussen de staart van het stuwmeer en de damwand loopt een goed pad dat steeds parallel aan de oever van het stuwmeer loopt. Het pad rond het stuwmeer heeft een lengte van 6.800 meter, maar wanneer de stand van het water lager is, kunnen we stukken afsnijden, met name aan de ondiepere achterkant van het meer.
Ornithologische waarde
Het Natuur Park Cornalvo was één van de eerste gebieden die uitgeroepen werd tot Vogelrichtlijngebied (ZEPA) in Extremadura, met als volledige naam “Cornalvo stuwmeer en Sierra Bermeja”.
Vanaf het Bezoekerscentrum tot aan het stuwmeer Cornalvo bepalen graanvelden, olijfboomgaarden en open weides met steeneiken (dehesa) het landschap. Op dit traject kunnen we vogelsoorten tegenkomen, die we verderop niet meer zullen zien. Na 2,3 km. vanaf het begin, komen we bij een brug over de rivier de Albarregas, waar een dichtbegroeid bos staat, dat de moeite waard is om even te stoppen en vogels te kijken. In de zomer blijven hier waterplassen achter die vele soorten aantrekken om te drinken (grasmussen, mezen, vinkachtigen, leeuwerikken). In de graan- en de hooivelden die zicht uitstrekken van de brug tot aan de boerenhoeve Campomanes, is het mogelijk om de grauwe kiekendief, de grijze wouw, de steenuil, de griel, de kleine trap, de zuidelijke klapekster, de graszanger en de theklaleeuwerik te observeren. Als we bij de dam komen, is het gebruik van een telescoop aanbevolen, omdat de watervogels zich meestal in het midden van het stuwmeer bevinden. De meest voorkomende soorten hier zijn wilde eend, slobeend, wintertaling, krakeend, pijlstaart, smient, meerkoet, blauwe reiger, kleine zilverreiger, fuut, dodaars, aalscholver, kleine mantelmeeuw, kokmeeuw enkleine plevier. Met geluk kunnen we de zwarte ooievaar, één van de kenmerkende vogels van dit beschermde gebied, zien foerageren aan de oevers. In de ondiepere gedeeltes (eilandjes, baaien en de staart) kunnen we diverse soorten waadvogels zien. Hun diversiteit is groter in de periode na het broedseizoen (van juli tot oktober), met de aanwezigheid van steltkluut, tureluur, bonte strandloper, krombekstandloper en kleine plevier. Aan het einde van de dam begint een pad dat een dichtbegroeide helling met kurkeiken oploopt en waar we typische bosvogels als boomklever, boomkruiper, nachtegaal, winterkoning, vink, goudvink, appelvink, pimpelmees, kuifmees, koolmees, merel, houtduif, gaai, grote bonte specht en kleine bonte specht kunnen zien.
Op de stukken met veel struiken (vooral het cistus-struweel en de heidevelden), is het eenvoudig vogels te zien die bij dit soort begroeiing horen, zoals kleine zwartkop, Provencaalse grasmus of heggenmus (laatstgenoemde alleen in de winter).
Op dit paadje, voorbij de helling, wordt de dichtheid van steen- en kurkeiken minder en komen we in een half-open gebied met boomweides, afgewisseld door struwelen en hooivelden, waar we de vogels beter kunnen zien. De soorten die we hier het meest zien, zijn grauwe vliegenvanger, blauwe ekster, hop, boomleeuwerik en roodkopklauwier. Vanwege het betere zicht kunnen we ook de vlucht van de roofvogels die in de buurt nestelen (dwergarend, buizerd, slangenarend en zwarte wouw) beter zien en ook andere soorten die in de weilanden voedsel komen zoeken, zoals de vale gier, de monniksgier en zelfs de Spaanse keizerarend.
Seizoenskenmerken
De route is in ieder jaargetijde interessant, maar de lente wordt aanbevolen als beste tijd om vogels van bos en dehesa te bekijken. De diversiteit rond het stuwmeer is in de winter en aan het einde van de zomer groter dan de rest van het jaar.
Overige natuurlijke en culturele waarde
De observatiehut van het stuwmeer Embalse del Muelas. Op ongeveer 7 km. van de afslag die naar het Cornalvo stuwmeer leidt, over een geasfalteerde weg, ligt een klein stuwmeer waar een vogelkijkhut staat van waaruit we talloze soorten kunnen zien.
De stuwdam van Cornalvo is een Nationaal Monument omdat het één van de best bewaarde hydraulische werken uit de Romeinse tijd is.
Een cultureel bezoek aan de stad Mérida, WereldErfgoed, is de ideale aanvulling op de ornithologische route door het Natuurpark Cornalvo.