1. Extremadura en de vogels
  2. Stuwbekkens en meren

Stuwbekkens en meren

 

Stuwbekkens en meren

anbevolen periode: LENTE EN WINTER

Over zowat de hele lengte van de twee voornaamste rivieren, de Tajo en de Guadiana, door Extremadura zijn stuwbekkens gebouwd. Deze dienen voor de productie van elektriciteit en de watervoorziening voor de bevolking en voor de bevloeide landbouwgronden. De waterschaarste tijdens de zomermaanden, die soms erg lang kan aanhouden, heeft gedwongen tot de aanleg van talrijke stuwbekkens en meren. Extremadura is trouwens de regio met de langste binnenkust van het Iberische Schiereiland, namelijk bijna 2.000 km. Deze kunstmatige vochtige gebieden worden intensief bevolkt door vogels en vormen zo ware oasen.

In de ondiepe meren met drijvende vegetatie nestelen onder andere de dodaars, de fuut, de meerkoeten af en toe ook de witwangstern en de kievit. Onder de eendachtige nestbouwers onderstrepen we de krakeend, de slobeend en soms ook de krooneend en de tafeleend.

Op de eilanden in de stuwmeren kunnen we voortplantingskoloniën vinden van de dwergstern, de lachstern, de vorkstaartplevier, de steltkluut, de kleine plevier en af en toe ook de visdief. De aalscholver is de laatste jaren ook beginnen te nesten in sommige stuwbekkens.

De ornithologische waarde van deze vochtige gebieden is veel hoger in de winter. Extremadura is met meer dan 250.000 overwinterende vogels dan ook een van de belangrijkste regio's van Spanje waar watervogels de winter doorbrengen. In deze periode komen we vooral populaties tegen van de wilde eend, de pijlstaart, de smient, de krakeend, de slobeend, de tafeleend, de kuifeend, de wintertaling en de krooneend. Op bepaalde plaatsen overwinteren ook de fuut, de dodaars en de geoorde fuut .

In de winter worden talrijke stuwmeren als gemeenschappelijke slaapplaats gebruikt door de kraanvogel, de kleine mantelmeeuw, de kokmeeuw en de aalscholver. De visarend laat zich tijdens zijn trek vaak zien bij de stuwmeren en de zwarte ooievaar komt tijdens de trek na de paartijd in grote groepen (met soms meer dan 100 exemplaren) samen aan uitlopers van stuwbekkens en meren.

Op de dammuren kunnen vaak de rotszwaluw, de rotsduifen af en toe ook blauwe rotslijster, de zwarte tapuit of de grijze gors worden waargenomen.

Een groot aantal stuwbekkens valt onder het ZEPA-netwerk van Extremadura, met als belangrijkste het "Stuwmeer van Orellana en de bergketen Sierra de Pela", de "Vlaktes van Zorita en het Stuwmeer van Sierra Brava", het "Stuwmeer van Los Canchales", het "Stuwmeer van Montijo", het "Stuwmeer van La Serena", het "Stuwmeer van Arrocampo", het "Stuwmeer van Brozas, het "Stuwmeer van Borbollón" het "Stuwmeer van Alcántara", het "Stuwmeer van Talaván", het "Stuwmeer van Valdecañas", het "Stuwmeer van Valuengo", het "Stuwmeer van Gabriel en Galán" en het "Stuwmeer van Vegas Altas". De meest vermeldenswaardige plassen en lagunes zijn: de "Vlaktes en het lagunegeheel van La Albuera", het "Lagunegeheel Egido Nuevo" en het "Meer van de runderweide van Navalmoral".