1. Extremadura en de vogels
  2. Het Arrocampo-stuwmeer

Het Arrocampo-stuwmeer

 

Het Arrocampo-stuwmeer

Ligging en bereikbaarheid

Het Arrocampo-stuwmeer ligt in het noordoosten van de provincie Cáceres, op de grens van de streek Campo Arañuelo en in de buurt van Monfragüe. Het stuwmeer en de omgeving, in totaal 687 ha., zijn beschermd als vogelrichtlijngebied (Speciale BeschermingsZone) en maken deel uit van het europeese Natura 2000 netwerk. Er is tevens een vogelobservatiepark gecreëerd in Saucedilla, om bezoeken mogelijk te maken.

Arrocampo is een stuwmeer met bijzondere eigenschappen, zodat het binnen Extremadura zelfs uniek is met een eigenaardige avifauna, die verder bijna nergens anders op het Iberisch schiereiland te vinden is. Het hoofddoel van het stuwmeer is het koelen van de kerncentrale in Almaraz, waardoor het waterpeil constant is – het wordt voortdurend aangevuld vanuit de Tajo- en heeft dus geen last van schommelingen in de waterstand, zoals andere stuwmeren. Daarom is een groot deel van de oevers begroeid met moerasvegetatie. Bovendien is de temperatuur van het water wat hoger dan normaal en in de vlakke omgeving, wordt akkerbouw, al dan niet met irrigatie, bedreven, hetgeen de diversiteit aan vogelsoorten verder vergroot. Het stuwmeer is eenvoudig te bereiken, doordat het in de buurt ligt van een tweetal snelwegen. Vanuit het noorden, vanaf de snelweg EX-A1, tussen Navalmoral de la Mata en Trujillo, hebben we twee mogelijkheden: Afslag 190 nemen, richting Saucedilla, of we kunnen via Almaraz rijden, dat op haar beurt bereikbaar is via drie afslagen vanaf de A-5, tussen km. 193 en km. 200. De weg van Almaraz naar Saucedilla heeft een vrij lage brug over één van de uitlopers van het stuwmeer.

 

Beschrijving van de route

Het voorgestelde bezoek aan het stuwmeer komt overeen met de twee routes die het Vogelobservatiepark van Saucedilla aanbiedt. Route nr. 1 is een tocht van zo´n 4 km. over onverharde paden, met stopplaatsen bij een viertal vogelkijkhutten. Route nr. 2 bestaat uit een klein stukje met de auto van Saucedilla naar een nabijgelegen waterplas. Beide routes beginnen bij het Informatiecentrum in het zuiden van het dorp Saucedilla, naast een kanaal en een voetbalveld. Binnen in dit centrum vinden we een kaart met de routes, die eenvoudig te vinden en te volgen zijn, dankzij duidelijke markering en bewegwijzering. In totaal zijn er vijf vrij kleine observatiehutten die normalitair gesloten zijn met een slot. De sleutels zijn te verkrijgen in het informatiecentrum, waarvan de openingstijden ietwat onregelmatig zijn en die soms niet samenvallen met de beste tijden om vogels te kijken (bijvoorbeeld ´s ochtends vroeg). Mochten we bij een dichte vogelkijkhut komen, dan kunnen we de helling naar de hut gebruiken als verhoogd uitkijkpunt. Hoewel in de tekst de vogelsoorten worden genoemd die bij elke hut voorkomen, kunnen we deze vogels in werkelijkheid met enige tijd en geluk, op de gehele route zien.

Het begin van route nr. 1 is bij het genoemde informatiecentrum. Op slechts 200 m. bevindt zich de eerste observatiehut, welke een breed uitzicht biedt. Hier bestaat de mogelijkheid om moerasvogels als purperkoet, waterral, woudaapje, snor en ralreiger waar te nemen. Gaan we verder richting het zuidwesten, dan komen we bij de tweede observatiehut, misschien wel de meest interessante, waar in de winter de moeilijk zichtbare roerdomp en de blauwborst te vinden zijn. In de lente zijn hier de purperreiger, baardmannetje en buidelmees aanwezig. Verder naar het zuidwesten, komen we bij observatie-hut nr. 3, met een breed uitzicht over de watervlakte van het stuwmeer en de binnenmuur, een plek waar veel ooievaars hun nesten bouwen, en waar aalscholvers en reigers uitrusten. Het is ook een plek om verschillendeeendensoorten, koeten, grote zilverreigers en futen te zien. Gaan we nu oostwaarts, dan komen we bij hut nr. 4, bij de brug. Hoewel we vanuit de ramen van het uitzichtpunt vooral naar de veelheid aan lisdodden, waar vele bekende moerasvogels leven, is het interessanter om hier richting het oosten te kijken, richting een uitloper van het stuwmeer die erg geliefd is bij de bruine kiekendief en alle soorten reigers. We kunnen ook kijken vanaf de brug, waar een ruime geïmproviseerde parkeerplaats ligt, en waar we ook kunnen lopen. Het water ligt aan weerszijde van de brug, waardoor dit een goede plek is om vogels als reigers te zien vliegen (ook de roerdomp), lachstern en visarend. We kunnen terugkeren naar het vertrekpunt via een paadje dat parallel aan de weg loopt. Deze route kan op een verschillende manieren worden bezocht, bijvoorbeeld de andere kant op, slechts een paar uitkijkpunten aan te doen, of door op beschutte plekken langs de oever die we zelf uitkiezen te stoppen. 

Route nr. 2 begint bij het Informatiecentrum, loopt door Saucedilla richting het noorden en we slaan links af in de laatste straat van het dorp. Het gaat verder over een deels geasfalteerd pad dat zo´n 3,8 km. tussen akkers, boomweides, en grasland loopt. Op dit stuk kunnen we o.a. de grijze wouw en de kuifkoekoek zien. Aan het einde van de onverharde weg staat een hoge betonnen toren (om het irrigatiewater op te pompen), waar we linksaf gaan. Meteen na de kruising zien we de waterplas Cerro Alto rechts liggen, waar zich de observatiehut nummer 5 bevindt. In de plas kunnen we resten zien van onder water gelopen dode eiken, waar vroeger een kolonie blauwe reigers leefde, en waar tegenwoordig aalscholvers en, soms, grote zilverreigers en visarenden zitten. Route nr. 2 eindigt hier, maar een km. of 2,5 naar het zuiden ligt het meertje Dehesa Nueva, en enkele km. verderop kruist de weg een andere uitloper van het Arrocampo stuwmeer. Met deze uitbreiding kunnen we meer watervogels zien; de bijeneter in broedtijd; ganzen, de goudplevier en de griel in de winter; en diverse roofvogels het hele jaar door. Tot slot de dorpen in de omgeving (Saucedilla, Casatejada, Almaraz), waar in de kerken kolonies kleine torenvalken leven, die gedurende de hele route te zien zijn. 

 

Ornithologische waarde

Het stuwmeer van Arrocampo is de beste plek van Extremadura om moerasvogels te bekijken. Hier leven de beste populaties van de regio en van sommige soorten zelfs de enige, zoals de purperkoet, de purperreiger, de ralreiger, de snor en het baardmannetje. Vrijwel zeker zien we de bruine kiekendief, en in de winter mogelijk ook de blauwe kiekendief. Tijdens de trek, neemt de diversiteit behoorlijk toe, dankzij de aanwezigheid van de blauwborst (aanwezig in de winter), de rietzanger, de lepelaar, de grote zilverreiger en de kleine waterhoen, de porseleinhoen en de kleinst waterhoen. Over het algemeen zijn van de watervogels de reigers het best vertegenwoordigd, waarvanalle Iberische soorten te zien zijn: een grote groep rallen (purperkoeten, allerhande waterhoenen, waterrallen, meerkoeten), eenden (vooral krakeenden en wilde eenden), aalscholvers, ooievaars, dodaars en futen. Ook voor het observeren van moeraszangvogels is Arrocampo zonder twijfel de beste optie in Extremadura.

 

Seizoenskenmerken

AWe kunnen Arrocampo het hele jaar door bezoeken, maar in juli en augustus is het door de hoge temperaturen niet altijd even aangenaam op het midden van de dag. In de zomermaanden is het dan ook aan te raden de ochtend en de namiddag te benutten. In de lente is het observeren van de broedende reigers (woudaapje, blauwe en purperreiger, ralreiger, kwak, recente broedpogingen van lepelaars) en moerasvogels (snor, rietzanger, baardmannetje, purperkoet en buidelmees). ´s Winters kunnen we met een beetje geluk de roerdomp en de visarend zien, terwijl de bruine kiekendief en de aalscholvers dan algemeen zijn. De hogere watertemperatuur maakt in de winter bovendien soms de aanwezigheid van typische zomergasten mogelijk, zoals verschillende soorten zwaluwen, ralreigers en woudaapjes. Tijdens de trek (van augustus tot oktober, en in maart en april), bevindt zich er een mengeling van eerdergenoemde soorten. De verschijning van ontelbare trekvogels verhogen dan de ornithologische rijkdom van Arrocampo. 

 

Overige natuurlijke en culturele waarde

Tussen Arrocampo en Monfragüe liggen uitgestrekte boomweides. Om hier optimaal van te genieten, kunnen we het beste kiezen voor kleine weggetjes, zoals die tussen Serrejón en La Bazagona, of die richting Toril. In het grondgebied van deze gemeente staat de eeuwenoude kurkeik “El Abuelo” en in Navalmoral de la Mata staat de enorme steeneik La Marquesa. Ook de ecologische corridor van de dennenbossen van de Tiétar, met de enige inheemse dennen van Extremadura. Ze staan langs de oevers van de Tiétar in de gemeenten Talayuela, Casatejada, Majadas en Toril.

In sommige van deze dennenbossen leven geweldige kolonies ooievaars, blauwe reigers en zwarte wouwen. De dorpen in de buurt bieden voorbeelden van lokale en monumentale architectuur, zoals de parochiekerken van Saucedilla, Casatejada en Almaraz en het tot de verbeelding sprekende, middeleeuwse kasteel van Belvís de Monroy, daterend uit de XIIIe en XIVe eeuw. We kunnen ook de overblijfselen van een ander kasteel zien in Almaraz. Wat betreft de gastronomie, zijn in deze regio de kazen, de worsten, de Extremaduriaanse ´migas´ en jachtschotels typisch. Feestdagen: de pelgrimstocht van Rocamador in Almaraz en het carnaval van Navalmoral de la Mata.