1. Extremadura en de vogels
  2. Rivieren en beken

Rivieren en beken

 

Rivieren en beken

Aanbevolen periode: LENTE EN ZOMER

De waterstromen kunnen onderling erg verschillen, afhankelijk van de bijbehorende vegetatie, de breedte en diepte van hun bedding en van de hoogte waarop ze zich bevinden.

De meest voorkomende boomsoorten aan de permanente waterstromen zijn de zwarte els, de smalbladige es, de populier en de rossige wilg. Aan de seizoensgebonden waterlopen, die tijdens de zomermaanden bijna steeds droog staan, hebben plantensoorten die uiterst aangepast zijn aan de waterschaarste de bovenhand, zoals de oleanderen wolfsmelkachtige planten de bovenhand.

Talrijke vogelsoorten verkiezen dergelijke oevervegetatie, zoals de nachtegaal, de orpheusspotvogel, de roodborst, de zwartkop, de buidelmees, de wielewaal en de cirlgors. Ook nachtvogels zoals de Moorse nachtzwaluw vinden hier een onderkomen.

Bij de noordelijke rivieren van de streek komen we vaak de waterspreeuw, de grote gele kwikstaart en de witte kwikstaart tegen. Deze laatste voelt zich thuis in alle vochtige gebieden van de streek.

In beddingen met overvloedige uitstekende vegetatienestelen kleine vogels zoals de kleine karekiet, de grote karekiet, de cetti's zanger en zelfs exotische vogelsoorten zoals de tijgervink of het sint helenafazantje. Wanneer de uitstekende begroeiing grote oppervlakken inneemt, kunnen we ook populaties van de purperreiger, de wouwaap, de waterral of zelfs veel zeldzamere soorten zoals de purperkoet of de snor aantreffen.

De bomen aan de oevers herbergen aanzienlijke reigerkoloniën, sommige met duizenden exemplaren. Hier nestelen de koereiger, de kleine zilverreiger, de blauwe reiger, de kwak en de ooievaar allen samen. Af en toe vervolledigen ook de ralreiger en de lepelaar dit gezelschap.

In de zandige inhammen van de rivieroevers bouwen de oeverzwaluw, de bijeneter en de ijsvogel hun koloniën. Soms worden de holtes van deze vogels ook gebruikt door de scharrelaar of de rotsmus.

Van de ZEPA met waterlopen, zijn dit de belangrijkste: de "Waterkering van Badajoz", het "Stuwmeer van Montijo", de "Rivier en dennenbossen van Tietar", "Riveros del Almonte" en de "Vlaktes van de Ruecas, de Cubilar en Moheda Alta".