Struikgewas

 

Struikgewas

Aanbevolen periode: LENTE

De verwijdering van de bomen uit de weilanden, samen met het stopzetten van de landbouw en de veeteelt, maar ook andere factoren zoals bosbranden, hebben er voor gezorgd dat de vegetatie van de regio in hoofdzaak bestaat uit Mediterraanse struiken en heesters. De meest voorkomende landschappen zijn de cistusrozenvelden, bremstruiken, bremvelden en olijfboomvelden, terwijl in de hoger gelegen gebieden meer heidevelden en goudenregenvelden.

Er zijn meer vogels die in streken met dit soort vegetatie vertoeven dan op het eerste zicht kan worden verwacht. Veel hangt af van de plantensoorten waaruit het struikgewas bestaat, van de complexiteit ervan en van de aanwezigheid van andere elementen, zoals graslanden of afgezonderde bomen.

Onder de nestbouwers van deze gebieden vinden we onder andere de provençaalse grasmus, de kleine zwartkop, de brilgrasmus, de baardgrasmus, de duinpieper, de roodborsttapuit, de waaierstaart en de kneu.

Wanneer er open plekken zijn in het struikgewas, komen we ook vaak de tapuit, de blonde tapuit, de theklaleeuwerik en zelfs de grauwe kiekendief tegen.

In de hoger gelegen gebieden, waar het in de winter vaak sneeuwt en de vegetatie afwisselend uit heide en goudregen enerzijds en berggrasvelden anderzijds bestaat, komen nestbouwers zoals de heggenmus, de ortolaan en de blauwborstvoor.

Onder de ZEPA met aanzienlijke struikoppervlakken onderstrepen we de bergketen "Sierra de Gata" en de vallei "valle de las Pilas", "Hurdes" en de rivierbron "Nacimiento del Río Gévora".