1. Extremadura en de vogels
  2. Tajo Internacional

Tajo Internacional

 

para el Tajo Internacional

Ligging en bereikbaarheid

De route bevindt zich in het zuidwesten van de provincie Cáceres, aan de rand van de grens met Portugal, die wordt gevormd door een gedeelte van de rivier de Tajo (de Taag). Het gebied staat bekend als “Tajo Internacional”, dat tot NatuurPark is uitgeroepen in 2006. We vinden de voorgestelde route vanuit Valencia de Alcántara via de N-521 (Cáceres-Portugese grens), waar we de afslag van de EX-374 nemen, richting Cedillo, ofwel vanaf het dorpje Membrío, via de CC-126. Vanuit het noorden, komen we er via de EX-117.

 

Beschrijving van de route

De voorgestelde route is een lus, waarbinnen wegen en zandpaden elkaar afwisselen. De route is bedoeld voor een bezoek met de auto, en is op één dag af te leggen, waarbij we op verschillende bijzondere observatiepunten zullen stoppen. De route loopt langs vlakke gedeelten, met weides en uitgestrekte velden met brem, ideaal voor klein wild, dus veelbezocht door roofvogels die vanuit de nabijgelegen bergen en rivierbeddingen komen. Het is een gebied waar veel veeteelt plaatsvindt, dus we kunnen er verschillende aaseters zien, zoals de monniksgier, de vale gier en de aasgier die het terrein afspeuren op zoek naar eten. Onderweg zien we egale en kleurrijke weiden met hier en daar steen- en kurkeikbossen, en de vele poelen en meertjes worden vaak bezocht door zwarte ooievaars. Op de elektriciteitsmasten kunnen we vaak het silhouet van de rode wouw ontwaren, evenals de buizerd en de slangenarend. Het landschap is vrij glooiend, soms ruw onderbroken door de gekloofde en ondoorgankelijke rivierbeddingen van de Tajo Internacional, die op een zo geweldige en spectaculaire manier ingesneden is in het landschap, dat het vanuit de verte onzichtbaar is. Het is zelfs zo dat we vanuit Spanje wél de dorpen en weides in Portugal kunnen zien liggen, maar niet de oevers van de rivier, waarvan de loop soms alleen verraden wordt door de mistbanken die ´s winters in de vallei voorkomen. Aan de oevers van de rivier vinden we één van de belangrijkste broedpopulaties van zwarte ooievaar en aasgier, naast andere roofvogels, als de vale gier, de monniksgier, de steenarend, de havikarend en de oehoe. Aan de overkant, en in de nabijgelegen bergen, nestelt de Spaanse keizerarend, waarmee de de lijst van vogels die de ornitholoog het meest waardeert, compleet is. Buiten de rivierbedding, zetten we de route voort richting de Sierra de Santiago, waar zich een uitgestrekt landschap van boomweides (“dehesas”) uitstrekt. Als de vlucht van de grote roofvogels en de mooie silhouetten van de zwarte ooievaar al een spectaculair uitzicht bieden, wat dan te zeggen van de vele duizenden houtduiven die in deze streek overwinteren en die dagelijks ware wolken vormen wanneer ze zich richting hun voederplaatsen begeven, om zich tegoed te doen aan eikeltjes, of richting hun slaapplekken in de eucalyptusbomen in de gebergtes en de rivierbeddingen.

Vanuit Valencia de Alcántara, komend vanaf de N-521, nemen we de afslag richting Cedillo, via de EX-374 en daarna richting Herrera de Alcántara over de EX 376, om vervolgens af te dalen richting de oevers van de Tajo Internacional, waar we van het schitterende landschap en van de meest representatieve habitats van dit beschermde natuurgebied kunnen genieten. Op het punt (X:0636373, Y: 438969) vinden we een uitkijkpunt vlak aan de weg, waarvandaan we de vallei van de Taag-rivier kunnen bezichtigen, een prachtige, schaduwrijke noordhelling aangekleed met vele aardbeibomen, viburnum, smalbladige steenlindes en olijfbomen die groeien op de leisteenbanken, maken dit gebied bij uitstek geschikt om kleine struweelvogels, zoals lijsters, appelvinken en goudvinken te zien, voornamelijk tijdens de herfst en winter, wanneer er een zeer groot aanbod aan vruchten is voor de overwinterende vogeltjes. Op het traject richting Herrera de Alcántara, kunnen we vele zwermen blauwe eksters zien, naast grijze wouwen en zwarte kraaien, een soort die in deze regio plaatselijk en jaarrond voorkomt.

Hiervandaan keren we terug richting het plaatsje Santiago de Alcántara via de CC-37, waar we door ingeklemde rivierbeddingen komen, zoals die van het riviertje de Alburrel, die zich een weg zoekt tussen muren van leisteen, voordat hij even verderop uitmondt in de Taag. Op het leisteen kunnen we eenvoudig de zwarte tapuit zien, die altijd in rotsachtige habitats te vinden is. Aangekomen in Santiago de Alcántara, volgen we de borden om naar het bezoekers- en informatiecentrum “El Péndere” te gaan. Daarvandaan vertrekt de route naar de bron van de Geregosa, een kleine tocht van zo´n 7 kilometer die ons leidt naar de oevers van de Tajo en de beroemde bron van medicinaal/helend water. Het is een eenvoudige route, want de borden zijn gehomologiseerd en de weg is in goede staat. Echter, op het punt (X:0650063, Y: 43486053) gaan we rechtdoor. Aangekomen bij de oever van de Tajo, vinden we enkele voorzieningen voor openbaar gebruik, zoals het uitkijkpunt en borden met uitleg over de omgeving. Deze plek biedt prima mogelijkheden om de vlucht van enkele oevervogels te observeren: blauwe reiger, aalscholver, vale gier, zwarte ooievaar en aasgier, etc. Terug in Santiago de Alcántara, nemen we de CC-126 richting het plaatsje Membrío. Bij het verlaten van het dorp, slaan we linksaf een weg in op het punt (X:0651072, Y: 4386209), die ons bij een oord brengt dat bekend staat onder de naam “Las Viñas”. De route is goed aangegeven en het wegdek is het hele stuk over de PR-CC96, goed. Als we aankomen bij het einde van deze weg, vinden we wederom verschillende voorzieningen voor openbaar gebruik, zoals een parkeerplaats, een uitkijkpunt en een indrukwekkende observatietoren waarvanaf we comfortabel kunnen kijken naar de rotswanden langs de rivier en waar de vale gier, de zwarte ooievaar en de aasgier nestelen. Terug in Santiago de Alcántara, nemen we de CC-37, die ons terugbrengt naar de N-521, begin- en eindpunt van de route. Op het punt (X:0651077, Y: 4384412) nemen we een weg naar links, die ons naar het hoogste punt van de Sierra de Santiago brengt. Het is aan te raden de auto beneden aan de bergen te laten staan en te voet naar het uitkijkpunt te gaan, dat zich op hoogte bevindt en waar we een indrukwekkend landschap kunnen aanschouwen. Tijdens de klim zien we de Peña de los Barreros, een paar klippen kwartssteen, waar zich een kolonie vale gieren bevindt.

 

Ornithologische waarde

De Spaanse keizerarend en de zwarte ooievaar verdienen speciale aandacht, omdat deze met uitsterven bedreigd worden. Zij broeden zowel in de boomweides als in de bergen en de steile rotsoevers van dit gebied. Deze populatie van de spaanse keizerarand samen met die van de bergrug van de Sierra San Pedro vormen de het belangrijkste bolwerk van deze soort in Extremadura. De zwarte ooievaar heeft vele verzamelplekken voordat de trek begint, verdeeld over grote en kleine plassen tussen de boomweides en de uitlopers van de rivieren. De monniksgier, die zo past bij dichtbegroeid Mediterraan struikgewas is in grote getale aanwezig in dit gebied, deels dankzij de grote kolonies in de naburige Sierra de San Pedro. Het is niet moeilijk hier soorten te zien als de havikarend, de steenarend, de slangenarend, de dwergarend, de vale gier of de oehoe, waarvan er in deze contreien vele paren nestelen in de veilige omgeving van de rotswanden en de bomen. We benadrukken de aasgier, waarvan hier één van de belangrijkste broedpopulaties van Extremadura stand houdt. De uitermate goede staat van de rivierbegeleidende vegetatie en die van de schaduwzijde van de sierra, bieden uitstekende plekken om zich te verschuilen en om eten te zoeken voor een ontelbaar aantal kleine soorten: grasmus, roodborst, heggenmus... In de boomweiden, zien we vaker de grijze wouw en de zwarte kraai – zeldzaam en zeer plaatselijk aanwezig in Extremadura, - en ontelbare zwermen luidruchtige blauwe eksters. Tijdens de winter zijn vooral de zwermen van duizenden houtduiven indrukwekkend, omdat zij in enorme wolken ronddraaien tijdens hun vluchten. De omgeving van de Tajo Internacional samen met de Sierra de San Pedro vormen verreweg het belangrijkste overwinteringsgebied van Extremadura voor deze soort. Bovendien kunnen we ´s winters grote aantallen aalscholvers zien in de Taag-rivier.

 

Seizoenskenmerken

Deze route kan in ieder jaargetijde bezocht worden. In de winter kunnen we van indrukwekkende zwermen houtduiven genieten, en in de lente, keren de zomergasten terug: zwarte ooievaar, aasgier, dwergarend, slangenarend... De lente is tevens het broedseizoen, dus dan dienen we niet van de aangegeven route af te wijken. Zo vermijden we overlast voor de vogels in deze gevoelige periode. In de zomer is het erg warm, dus dan is het aan te raden er niet op de warmste momenten van de dag te komen. De warmste uren zijn bovendien ook niet de meest ideale om vogels te kijken. In deze periode verzamelen de zwarte ooievaars zich, alvorens aan de trek te beginnen.

 

Andere natuur- en cultuurwaarden

In de omgeving vinden we de Sierra de San Pedro, officieel erkend als vogelrichtlijngebied, en één van de streken met de meeste broedparen van Spaanse keizerarend en monniksgier van het Iberisch Schiereiland. Ook dichtbij ligt het habitatrichtlijngebied Llanos de Alcántara y Brozas, met een combinatie van verschillende habitats: natuurlijke weiden, akkers, bremvegetaties en “dehesas” (boomweiden) met steeneiken. Dit gebied is rijk aan steppevogels zoals grote trap, kleine trap, zwartbuikzandhoen, kalanderleeuwerik, etc. De spil van deze streek is de Taag-rivier met een netwerk aan zijrivieren zoals de Eljas, Salor, Aurela en Sever. De Taag is rijk aan vis en heeft een gezonde otterpopulatie. In september staat de “dehesa” in het teken van het burlen van de edelherten tijdens de bronsttijd. Dankzij het veel voorkomen van groot wild, waarop ook wordt gejaagd, is dit spektakel op vele plekken in de bergen en dalen te aanschouwen. De streek heeft bijzonder veel monumenten die stammen uit het Stenen Tijdperk. De grafmonumenten (dólmenes) van Santiago de Alcántara, Herrera de Alcántara en Cedillo zijn prachtige voorbeelden hiervan. In de grot van “El Buraco” in Santiago de Alcántara bevinden zich mooie, schematische rotstekeningen uit de prehistorie. Alcántara heeft veel te bieden op het gebied van architectuur, onder andere boerderijen, paleizen, herenhuizen en kloosters, zoals die van San Benito, waar jaarlijks in de eerste helft van augustus, het klassieke theaterfestival plaatsvindt. Het klooster van San Bartolomé is recent omgebouwd tot Hospedería-hotel. Tijdens een verblijf in Alcántara mag een bezoek aan de Romeinse brug over de Taag niet ontbreken. De brug maakt deel uit van de “Vía de la Estrela”-weg.