1. Extremadura en de vogels
  2. Sierra de Las Villuercas

Sierra de Las Villuercas

 

Sierra de Las Villuercas

Ligging en bereikbaarheid

De route ligt in het bergachtige massief van de Sierra de Las Villuercas, gelegen in het zuidoosten van de provincie Cáceres. De voorgestelde route vertrekt vanuit de plaats Guadalupe, die we kunnen bereiken vanuit het noorden over de A5 (Navalmoral de la Mata) over de EX-118; vanuit het zuiden vanaf de N-430 via de EX-116 en de EX-102 en vanuit het wessten, vanaf de A5 (Miajadas) en vanuit het oosten, vanaf Talavera de la Reina.

 

Beschrijving van de route

De route heeft een lengte van ongeveer 54 Km. (heen en weer) over een wegdek dat deels geasfalteerd is en deels bospad, vanaf de plaats Guadelupe tot het einde van de voorgestelde route. Hij is bedoeld om in één dag met de auto af te leggen. We rijden korte stukjes tussen de diverse stops en interessante uitkijkpunten. De tocht voert door gevarieerde habitats. Aanvankelijk gaan we richting de oorsprong van de rivieren de Guadelupejo en de Ibor, tussen dichtbegroeide beekbossen met elzen, essen, hazelnootbomen en populieren. Daarna gaan we verder omhoog naar de toppen van de Pico Villuercas-berg, het hoogste punt van deze streek met 1601 m.

We beginnen de route in Guadalupe, en nemen de kleine weg die richting het viaduct over de verlaten spoorlijn loopt. We gaan rechtsaf op het punt (X:0299392, Y: 4368912), op de plek waar de weg een scherpe bocht maakt. Vanaf hier gaan we een zandpad op en volgen deze stroomopwaarts en parallel met de Guadalupejo-beek. Dit is een beschermd natuurgebied, uitgeroepen tot Ecologische Corridor voor de Biodiversiteit. Onderweg komen we langs een goed geconserveerd kreupelbos met veel spechten: degrote bonte specht, de groene specht en de kleine bonte specht. We kunnen hier ook de waterspreeuw vluchtig over de stroomversnellingen van het water zien vliegen, van steen naar steen springend, of duikend in het schone en heldere water dat ze nodig hebben om te overleven. Deze sierras onderhouden slechts een geringe populatie van deze soort. Bovenop de natuurlijke en landschappelijke waarde, kunnen we op onze tocht genieten van de aanwezigheid van watermolens voor het malen van graan, smederijen en wolwasserijen. Guadalupe en zijn klooster zijn officieel benoemd tot “Conjunto Histórico-Artístico” en staat ook op de werelderfgoedlijst van de Unesco. We komen bij het Los Molinos stuwmeer, waar we een prachtig uitzicht hebben over een oord dat Los Hovicos genoemd wordt, en waar de Guadalupejo-rivier ontspringt. In de rotspartijen van kwartsietgesteente broeden de vale gier, aasgier en slechtvalk. We gaan verder over deze overharde weg en gaan rechtsaf op het punt (X:0296656, Y: 4370768). Hiervandaan gaan we de helling van de sierra op om één van de meest spectaculaire uitzichten van de route te aanschouwen: een mozaïek van groene bossen van pyreneese eiken, tamme kastanjebomen, zwarte dennen, portugese eiken en beekbossen, bestaand uit elzen, essen en populieren. Dit landschap wordt in de herfst nog mooier, wanneer de bladeren vallen en de bomen goud kleuren. Tijdens de lente en de zomer is het mogelijk de wespendief te zien, waarvan in deze sierras een kleine broedpopulatie leeft, die bovendien de meest zuidelijke van Spanje is. We volgen het pad verder, totdat we in Guadalupe komen. Van hieruit nemen we de EX-118 richting Navalmoral de la Mata en gaan op het punt (X:0297920, Y: 4371232) linksaf en nemen hier een pad dat “la Carrera del Caballo” (de Paardenweg) genoemd wordt. Deze prachtige route loopt langs de rivier de Ibor over de Camino Real, een eeuwenoud pelgrimspad van Madrid naar Guadalupe. Het is de moeite waard het nabijgelegen Humilladero te bezoeken, een hermitage in mudéjar stijl, waar de pelgrims neerknielden wanneer ze voor het eerst het klooster van Santa María de Guadalupe zagen.

Het wordt aangeraden met de auto tot de houtzagerij op het punt (X:02979900, Y: 4372083) te rijden en hier te parkeren om vervolgens verder te lopen langs de oever van de Ibor. Hier is de Bergfluiter te zien of te horen. Het verspreidingsgebied van deze soort is in Extremadura beperkt tot de de bergbossen van het Sistema Central, in Villuercas en in de Sierra de Tentudía. Ook andere vogels die typisch zijn voor loofbossen en kreupelbossen zijn hier aanwezig: wielewaal, cirlgors, nachtegaal, gaai, staartmees… Met enig geluk kunnen we ook enkele endemische soorten zien zoals de Iberische bruine kikker en de Spaanse smaragdhagedis, evenals reëen, die we kunnen horen blaffen vanuit de dichtbegroeide kastanjebossen.

We keren terug naar de auto wanneer we zien dat het pad verder van de rivier verwijdert. Hiervandaan gaan we terug naar het vertrekpunt om daar de smalle weg te nemen die omhoog loopt naar de (thans verlaten) militaire basis op de hoogste piek van de streek: El Pico Villuercas (1.601 m). Tijdens de klim kunnen we goed zien hoe de begroeiing verandert en hoe de dichtbegroeide bossen met de kastanjebomen, dennebomen, spaanse en portugese eiken en elsbessen langzaam overgaan in jeneverbesstuiken, Spaanse stekelbrem en bergheide, daar waar de omstandigheden zwaarder zijn voor plantengroei. Onze aandacht zal ook getrokken worden door de geologische schoonheid van het landschap en z´n unieke reliëf, Apalachense-reliëf geheten, een opmerkelijke aaneenschakeling van parallel gelegen valleien en sierras, waar een veelheid aan plooiingen, breuklijnen en rotspartijen waar te nemen zijn. Dit is het ideale habitat om te nestelen voor vele soorten: vale gier, havikarend, steenarend, slechtvalk, zwarte ooievaar, aasgier, oehoe… Een curieus detail op dit punt is het feit dat de weg waarop we de berg beklimmen tevens de scheidslijn vormt tussen de stroomgebieden van de Tajo en de Guadiana. Het water aan de linkerkant zal uitmonden in de Guadiana (riviertjes Guadalupejo, Ruecas, Gargáligas...) en dat aan de rechterkant in de Taag (via de rivieren Viejas, Ibor en Almonte...)

Op het punt (X:0295440, Y: 4371720) parkeren we de auto aan de linkerkant om de “Pozo de la Nieve” (sneeuwput) te bezichtigen. Deze grote put die uitgehouwen is in de rotsen, werd in de winter met ijs gevuld, om etenswaren en de medicijnen van het klooster en het dorpje Guadalupe te bewaren. Van hieruit zijn de weidse landschappen van de Guadalupejo-vallei en Rañas de Cañamero te aanschouwen. Eenmaal boven aangekomen zullen we eenvoudig de diverse soorten kunnen zien die karakteristiek zijn voor de struwelen en rotsen van de bergen, zoals o.a.:zwarte tapuit, zwarte roodstaart, heggenmus, Alpenheggenmus, blauwe rotslijster en de rode rotslijster een zeldzame zomergast die in Villuercas alleen op deze bergtoppen zijn nestelt. Ook kunnen we de schelle roepen van de alpengierzwaluw horen, die in deze streek één van zijn beste broedplaatsen heeft. De zwermen alpenkraaien zijn ook luidruchtig, dit is een soort die slechts op een paar plekken in Extremadura voorkomt.

 

Ornithologische waarde

De ornithologische waarde van deze route is hoog en gevarieerd dankzij de grote diversiteit aan habitats. Vooral de vogels die hier in de zomer broeden zijn bijzonder, zoals de wespendief, de zwarte ooievaar, de dwergarend, de slangenarend, de blauwe rotslijster, de alpengierzwaluw en de aasgier.

De grote loofbossen vormen het ideale habitat voor nachtvogels als de bosuil en in de dennenbossen leven enkele geïsoleerde populaties zwarte mezen. In de best behouden bossen in de bergen komen de bergfluiter en de kleine bonte specht veel voor. Op de rotspunten en –wanden bouwen onder andere de slechtvalk, de steenarend, de havikarend, de oehoe en de vale gier hun nesten. Op de toppen, tussen de rotsblokken en de lage struiken leven vele soorten, zoals de zwarte tapuit, zwarte roodstaart, heggenmus, alpenheggenmus, blauwe rotslijsteren de rode rotslijster. De spaanse keizerarend, plant zich nog niet op regelmatige wijze voort in deze streek. Hij deelt zijn habitat met een grote aaseter, de monniksgier, die sinds ongeveer tien jaar regelmatig tot broeden komt in deze sierras. Het lijkt erop dat de kolonie die in Monfragüe leeft, zich deze kant op aan het uitbreiden is. Momenteel nestelen verschillende paren in de meest noordelijke gebieden van de streek, aansluitend aan de kolonies van Monfrague.

 

Seizoenskenmerken

De route kan op ieder moment in het jaar bezocht worden. De lente is de meest aantrekkelijke periode, met aangename temperaturen en ook dankzij de terugkeer van de zomergasten: zwarte ooievaar, aasgier, dwergarend, slangenarend, wespendief... De lente is ook het broedseizoen en als algemene regel geldt dan ook dat we niet van de aangewezen route afwijken. Ondanks dat de route door bergachtig gebied loopt, is het er in de zomer erg warm, dus moeten we zorgen dat we voldoende drinken en ons voldoende beschermen tegen de zon, onder andere door de centrale uren van de dag te vermijden. Dit zijn ook de minst aantrekkelijke uren om vogels te kijken. Tijdens de herfst bepalen de geel- en goudkleurige loofbomen het culturele en landschappelijke aangezicht van deze streek.

 

Andere natuur- en cultuurwaardens

Las Villuercas heeft een uitzonderlijk landschap vanwege de unieke geomorfologie. Een serie van parallel gelegen bergruggen en valleien vormen het zogenaamde “apalachense”-reliëf. In het bergmassief en zijn uitlopers kunnen we oneindig veel geologische elementen vinden, zoals bijzondere plooiingen, aardlagen met fossielen, puinhellingen en diepe valleien. Het gebied herbergt veel interessante endemen en botanische waarden, waaronder verschillende soorten bosorchideeën, relictpopulaties van bepaalde bomen, zoals de “Loro” (Prunus lusitanica ssp. lusitanica). Deze boom is een overblijfsel van de vegetatie van de milde klimaatzones uit de Tertiaire periode. Uitzonderlijk is ook de rijkdom aan vlinders en libellen, indicatoren van de kwaliteit en diversiteit van het ecosysteem in deze streek.

Guadalupe, met zijn klooster, dat sinds 1993 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat, en zijn historisch-artistieke centrum, is het meest bijzondere dorp van de streek.

Op de bergtoppen en op andere strategische plaatsen zijn pre-romeinse nederzettingen gevonden, evenals kastelen die ten tijde van de “Reconquista” (de herovering op de moren) de verdedigingslinie van de Taag-vallei vormden. De bergen herbergen één van de meest waardevolle verzamelingen van schematische rotstekeningen uit de prehistorie. Er zijn meer dan 90 rotswanden, grotten en overhangende rotspartijen met prehistorische rotstekeningen bekend. Vlakbij het dorp Cañamero kan men de zogenaamde grot “Chiquita” of “Álvarez” met dergelijke rotstekeningen bezoeken. Sommige wanden met rotstekeningen in Berzocana staan ook aangegeven op wegwijzers en hebben informatiepanelen.